ECLI:NL:RBDHA:2021:12178
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet in behandeling nemen asielaanvraag op basis van Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 januari 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om de asielaanvraag van eiser niet in behandeling te nemen. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. L.M. Ligtvoet-van Tuijn, heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit van 15 december 2020, waarin werd gesteld dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van zijn asielaanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser betwistte de juistheid van het claimakkoord en voerde aan dat hij meerderjarig is, terwijl verweerder op basis van de registratie in Italië en eigen onderzoek concludeerde dat eiser meerderjarig is. De rechtbank oordeelde dat verweerder terecht heeft aangenomen dat het claimakkoord op een juiste grondslag is gebaseerd en dat er geen reden is om te twijfelen aan de juistheid van de registratie in Italië. Eiser heeft niet voldoende bewijs geleverd om zijn stelling dat hij minderjarig is te onderbouwen. Daarnaast voerde eiser aan dat hij bij terugkeer naar Italië het risico loopt op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM, maar ook deze stelling werd door de rechtbank verworpen. De rechtbank concludeerde dat verweerder de asielaanvraag van eiser niet in behandeling heeft hoeven nemen en verklaarde het beroep ongegrond.