ECLI:NL:RBDHA:2021:12402
Rechtbank Den Haag
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Intrekking van verblijfsvergunning op basis van beëindiging strafrechtelijk onderzoek
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 januari 2021 uitspraak gedaan over de intrekking van de verblijfsvergunning van eiser, die oorspronkelijk uit Gambia komt. Eiser had een verblijfsvergunning op 'tijdelijke humanitaire gronden' verkregen vanwege het doen van aangifte van mensenhandel. De intrekking van de vergunning vond plaats omdat de officier van justitie op 17 juli 2019 had besloten geen vervolging in te stellen, waardoor de grondslag voor de verblijfsvergunning was komen te vervallen. Eiser was het niet eens met deze beslissing en had beroep ingesteld tegen het bestreden besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin het bezwaar van eiser ongegrond werd verklaard.
Tijdens de zitting op 19 januari 2021 was eiser niet aanwezig, maar zijn gemachtigde was wel aanwezig. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de intrekking van de verblijfsvergunning rechtmatig was, omdat eiser niet meer voldeed aan de voorwaarden van de vergunning. De rechtbank verwierp ook de stelling van eiser dat de intrekking in strijd was met artikel 8 van het EVRM, omdat eiser niet voldoende had aangetoond dat zijn verblijf in Nederland een schending van zijn rechten zou opleveren. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en dat de beslissing van de officier van justitie, die de basis vormde voor de intrekking, correct was.
De rechtbank benadrukte dat de beklagprocedure die eiser had gestart naar aanleiding van de beslissing van de officier van justitie geen verblijfsrecht verleent en dat de intrekking van de verblijfsvergunning niet in strijd was met de hoorplicht. Eiser had niet aangetoond dat hij eerder in aanmerking had moeten komen voor een vergunning op 'tijdelijke humanitaire gronden'. De rechtbank heeft de zaak in het openbaar behandeld en de uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier.