In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 februari 2021 uitspraak gedaan over de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. P.A.E. Engelen, hadden beroep ingesteld tegen de besluiten van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die hun aanvragen niet-ontvankelijk had verklaard. De verzoekers stelden dat zij in Griekenland internationale bescherming genieten en dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet van toepassing is. De voorzieningenrechter heeft de bestreden besluiten geschorst en bepaald dat verzoekers niet mogen worden uitgezet totdat op de beroepen is beslist. Tevens is de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van € 1.068,-. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat de beoordeling van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van belang kan zijn voor de beroepen van verzoekers, en heeft daarom de verzoeken om voorlopige voorziening toegewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 3 februari 2021.