Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , V-nummer: [V-nummer 1] , eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij besluiten van 4 oktober 2021 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van eisers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 31 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) juncto artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder d en e. Verder heeft verweerder aan eisers geen verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd en geen uitstel van vertrek verleend. Aan eisers wordt een vertrektermijn onthouden en zij dienen Nederland onmiddellijk te verlaten. Tevens is eisers een inreisverbod opgelegd voor de duur van twee jaar.
Overwegingen
.Hetgeen eisers hierover hebben aangevoerd is onvoldoende voor een ander oordeel.
.Hetgeen eisers hierover hebben aangevoerd is onvoldoende voor een ander oordeel.