Uitspraak
, vertegenwoordigt door Trust Krediet Beheer Holding B.V.,
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 2 december 2021 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoeker] die een schuld had opgebouwd van € 214.770,25 aan 18 schuldeisers. Ondanks eerdere pogingen om een schuldregeling te treffen, was het [verzoeker] niet gelukt om een akkoord te bereiken met de Belastingdienst en andere schuldeisers. De Belastingdienst weigerde in te stemmen met het voorstel, omdat het gebaseerd was op een onjuiste vordering van € 120.001,- in plaats van de werkelijke schuld van € 154.674,-. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldbemiddeling was uitgevoerd door de gemeente Den Haag, wat voldeed aan de eerste voorwaarde voor een dwangakkoord. Echter, de rechtbank oordeelde dat het niet onredelijk was voor de Belastingdienst om het aanbod te weigeren, gezien de gebrekkige documentatie en de onjuiste vordering. De rechtbank heeft het verzoek tot het bevelen van de schuldeisers om in te stemmen met de schuldregeling afgewezen. Tevens heeft [verzoeker] aangegeven het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) te handhaven, waarover in een afzonderlijk vonnis uitspraak zal worden gedaan.