ECLI:NL:RBDHA:2021:13502
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Marokkaanse eiser op grond van geloofwaardigheidsbeoordeling en veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 december 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Marokkaanse nationaliteit, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, wat de eiser heeft doen besluiten om beroep in te stellen. De rechtbank heeft de zaak op 22 oktober 2021 behandeld, waarbij de eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris de aanvraag heeft afgewezen op basis van de Vreemdelingenwet, waarbij werd gesteld dat Marokko als veilig land van herkomst wordt beschouwd. De rechtbank heeft de argumenten van de eiser, die stelde dat hij problemen ondervond vanwege zijn agnostische overtuiging, niet overtuigend geacht. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris voldoende had gemotiveerd dat de eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij in Marokko niet veilig zou zijn. De rechtbank heeft de afwijzing van de asielaanvraag bevestigd en het beroep ongegrond verklaard. Tevens is aan de eiser een inreisverbod voor de duur van twee jaren opgelegd, omdat hij Nederland onmiddellijk dient te verlaten. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.