ECLI:NL:RBDHA:2021:13578

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 december 2021
Publicatiedatum
9 december 2021
Zaaknummer
NL21.16112
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielprocedure

Op 3 december 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielprocedure. Verzoekers, een vrouw en een man, hadden aanvragen ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 6 oktober 2021 waren afgewezen als kennelijk ongegrond. Tegen deze besluiten hebben de verzoekers beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 18 november 2021 in Middelburg, waar de verzoekers werden bijgestaan door hun gemachtigden, mr. E. van Hoof en mr. E. Sahin, en waar ook een tolk aanwezig was.

De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om een voorlopige voorziening behandeld, maar heeft deze afgewezen. De rechter oordeelde dat, gezien de uitspraak van dezelfde dag in de zaken NL21.16111 en NL21.16114, een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Daarnaast werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL21.16112 en NL21.16115
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[naam verzoekster], V-nummers: [v-nummer verzoekster], verzoekster

[naam verzoeker], V-nummer: [v-nummer verzoeker], verzoeker
hierna tezamen: verzoekers
(gemachtigde: mr. E. Sahin),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. E. van Hoof).

Procesverloop

Bij afzonderlijke besluiten van 6 oktober 2021 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten besluit beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken, tezamen met de zaken NL21.16111 en NL21.16114, op 18 november 2021 op zitting behandeld. Verzoeker heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen E. Nushi. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om een voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL21.16111 en NL21.16114, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 18 november 2021 door mr. J.F.I. Sinack, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.