Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.APPLE RETAIL NETHERLANDS B.V.,
APPLE BENELUX B.V.,
1.De procedure
- het vonnis in de provisionele voorziening van 18 oktober 2021 en de daarin genoemde gedingstukken;
- de akte houdende overlegging producties van Ericsson, ingekomen ter griffie op 14 oktober 2021, met producties EP20 tot en met EP23;
- de akte houdende korte reactie op aanvullende producties EP20 en EP21 van Apple c.s., ingekomen ter griffie op 15 oktober 2021;
- de conclusie van antwoord, ingekomen ter griffie op 3 november 2021;
- de akte houdende overlegging producties van Ericsson, ingekomen ter griffie op 11 november 2021, met producties EP24 tot en met EP26;
- de pleitnota van Ericsson, ingekomen ter griffie op 16 november 2021;
- de pleitnotities van Apple c.s., ingekomen ter griffie op 16 november 2021;
- de akte overlegging reactieve productie van Apple c.s., ingekomen ter griffie op 16 november 2021, met productie GP01;
- de akte houdende (voorwaardelijke) eiswijziging van Ericsson, ingekomen ter griffie op 17 november 2021;
- de digitale mondelinge behandeling via MCU-verbinding op 18 november 2021, met participatie van partijen en advocaten, waarbij de advocaten van partijen onder meer hebben gere- en dupliceerd aan de hand van schriftelijk pleitnotities die aan het griffiedossier zijn toegevoegd, waarbij de advocaat van Apple c.s. van zijn pleitnotities in dupliek de punten 16 tot en met 22 en 26 tot en met 30 niet heeft gepleit.
2.De feiten
3.Het geschil
ex parteprocedure(s) door Apple c.s. voor het verkrijgen van een wereldwijde anti-suit injunction (hierna: ASI), die mede zal zien op procedures in Nederland over octrooien van Ericsson die hier gelding hebben. In dergelijke procedures wordt het de octrooihouder (in dit geval Ericsson) meestal ook verboden om vervolgens een AASI te vorderen, waarmee het voor Ericsson praktisch onmogelijk wordt om een opgelegde ASI terug te draaien of opgeheven te krijgen. Onder de voorwaarde dat de voorzieningenrechter voorshands zou oordelen dat een AASI niet kan worden toegewezen voor de lidstaten van de Europese Unie / de lidstaten bij Lugano II vanwege het beginsel van wederzijds respect en vertrouwen, heeft Ericsson in de vordering genoemd in 3.1 onder 1 opgenomen dat in dat geval de AASI moet worden toegewezen exclusief deze lidstaten. Zelf stelt Ericsson zich op het standpunt dat de AASI wel degelijk voor deze lidstaten kan worden toegewezen omdat het het enige effectieve middel van (zelf)verdediging is tegen een mogelijke ASI, waarmee een AASI in de kern een andere maatregel is dan een ASI.
4.De beoordeling
Internationale bevoegdheid
ex parteprocedure zal starten om een ASI tegen Ericsson te verkrijgen, waarbij dat zowel kan gaan om een preventieve actie om Ericsson als octrooihouder te beletten (standaard essentiële) octrooien in recht te handhaven, als een ASI om tegenover Ericsson nakoming van een ‘covenant not to sue’ af te dwingen.
ex parteprocedure tegen Qualcomm om ‘discovery’ tegen Qualcomm toe te staan en om documenten vanuit die ‘discovery’ te mogen gebruiken in de Nederlandse procedure tussen Ericsson en Apple. In de onderhavige procedure ligt een betrokkenheid van de ankergedaagden bij een in te stellen ASI temeer voor de hand vanwege de door Ericsson aangekondigde bodemzaken (vergelijk het tussenvonnis van 4 oktober 2021 in de onderhavige procedure, onder 2.4), nu de ankergedaagden in die zaken mede-gedaagden zijn vanwege hun commerciële activiteiten in Nederland en daarbuiten, aldus nog altijd Ericsson.
locus delicti/actus) als de plaats waar de schade is ingetreden (het Erfolgsort of
locus damni).
locus damnikan worden ontleend. In deze zaak werkt de schade van een in het buitenland verkregen ASI, voor zover die op in Nederland geldende SEPs ziet, evenwel rechtstreeks door in dit arrondissement omdat de SEP-houder alhier wordt verhinderd een inbreukprocedure in te stellen. Dit een en ander was ook voorzienbaar voor Apple c.s.
ex parteprocedure zal starten om een ASI tegen Ericsson te verkrijgen. Dit kan zowel gaan om een preventieve actie om Ericsson als octrooihouder te beletten (standaard-essentiële) octrooien in rechte te handhaven en een inbreukverbod te vorderen (hierna: de preventieve ASI; een dergelijke ASI is in het verleden wel eens toegewezen door Chinese rechters, voor de loop van de door de implementer gestarte Chinese procedure [21] ), als een ASI om tegenover Ericsson nakoming van een ‘covenant not to sue’ af te dwingen (hierna: de nakomings-ASI). Met verwijzing naar r.o. 4.14, 4.17, 4.22 en 4.23 gaat het in de onderhavige procedure enkel nog om de preventieve dan wel de nakomings-ASI met gelding in Nederland en/of België.