ECLI:NL:RBDHA:2021:14987
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Gedeeltelijke schorsing van AOW-pensioen na huwelijk in Suriname zonder bewijs van duurzaam gescheiden leven
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (Svb) over de schorsing van het AOW-pensioen van de eiser. De eiser, die sinds 21 februari 2015 een ouderdomspensioen voor alleenstaanden ontving, heeft in juni 2021 aan de Svb gemeld dat hij in Suriname was getrouwd. Dit huwelijk leidde tot de schorsing van zijn alleenstaandenpensioen, omdat de Svb twijfelde aan de rechtmatigheid van de hoogte van het pensioen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Svb terecht twijfelde aan de rechtmatigheid van het alleenstaandenpensioen, aangezien de eiser gehuwd was en er geen aanwijzingen waren voor een situatie van duurzaam gescheiden leven. De rechtbank overwoog dat de feitelijke woonsituatie van de eiser niet bepalend was voor de beoordeling van zijn recht op pensioen, en dat het huwelijk in Suriname rechtsgeldig was erkend. De rechtbank concludeerde dat de Svb terecht het AOW-pensioen van de eiser gedeeltelijk had geschorst en verklaarde het beroep van de eiser ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van de juridische erkenning van huwelijken en de voorwaarden waaronder een alleenstaandenpensioen kan worden toegekend.