In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 februari 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, een Mexicaanse vrouw, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij bij terugkeer naar Mexico te vrezen heeft voor vervolging of een reëel risico loopt op ernstige schade, zoals bedoeld in artikel 3 van het EVRM. Eiseres voerde aan dat zij op basis van haar sekse als onderdeel van een sociale groep bescherming nodig had, maar de rechtbank oordeelde dat de IND vrouwen niet enkel op basis van sekse als sociale groep aanmerkt, omdat deze groep te divers is. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet voldoende bewijs had geleverd voor haar claims van vervolging en dat het traumatabeleid niet van toepassing was in haar geval. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de aanvraag af, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.