ECLI:NL:RBDHA:2021:15434
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Uitsluiting van zorgaanbieder wegens niet-naleving geschiktheidseisen in aanbestedingsprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 oktober 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Pret in Herstel en de Gemeente Den Haag. De zaak betreft de uitsluiting van Pret in Herstel van deelname aan de aanbestedingsprocedure voor de opdracht 'Wmo Maatwerkarrangementen 2020'. De Gemeente had de aanmelding van Pret in Herstel terzijde gelegd omdat essentiële documenten ontbraken, waaronder de Checklist en de Verklaring van Aanmelding. Pret in Herstel stelde dat zij deze documenten later had overgelegd en dat de Gemeente haar aanmelding alsnog had moeten honoreren. De rechtbank oordeelde dat de Gemeente terecht had gehandeld door de aanmelding van Pret in Herstel terzijde te leggen, omdat deze niet voldeed aan de gestelde geschiktheidseisen. De rechtbank benadrukte dat de Gemeente in het kader van de 'open house'-procedure de aanmeldingen gelijkelijk moet behandelen en dat het ontbreken van de vereiste documenten tot uitsluiting leidt. De vordering van Pret in Herstel om alsnog een raamovereenkomst te verkrijgen voor Perceel 2 Optie 4 werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat Pret in Herstel niet voldeed aan de geschiktheidseis die vereiste dat zij ervaring moest aantonen met de kerncompetentie Beschermd wonen in het kader van de Wmo 2015. De rechtbank concludeerde dat de omzet behaald met dagbesteding niet kon worden meegerekend voor deze geschiktheidseis, omdat dagbesteding niet onder de definitie van Beschermd wonen valt. De vordering van Pret in Herstel werd afgewezen en zij werd veroordeeld in de proceskosten.