ECLI:NL:RBDHA:2021:15501

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 februari 2021
Publicatiedatum
27 januari 2022
Zaaknummer
NL21.744, NL21.746, NL21.748, NL21.750 en NL21.752
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvragen

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 februari 2021 uitspraak gedaan in de zaken met de nummers NL21.744, NL21.746, NL21.748, NL21.750 en NL21.752. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. J.J. Eizenga, hadden een voorlopige voorziening gevraagd na de afwijzing van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Deze aanvragen waren op 15 januari 2021 afgewezen als kennelijk ongegrond. Tijdens de zitting op 1 februari 2021 zijn de verzoekers verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde, en was er een tolk aanwezig. De voorzieningenrechter heeft in deze uitspraak geoordeeld dat, gezien de uitspraak van dezelfde rechtbank op de beroepen in de aanverwante zaken NL21.743, NL21.745, NL21.747, NL21.749 en NL21.751, er geen noodzaak meer was voor een voorlopige voorziening. Daarom zijn de verzoeken om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht
zaaknummers: NL21.744, NL21.746, NL21.748, NL21.750 en NL21.752
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen [verzoeker 1], V-nummer: [v-nummer]
mede ten behoeve van
[verzoeker 2], V-nummer: [v-nummer]
[verzoeker 3] ,V-nummer: [v-nummer]
[verzoeker 4] ,V-nummer: [v-nummer]
[verzoeker 5] ,V-nummer: [v-nummer]
[verzoeker 6] ,V-nummer: [v-nummer] hierna gezamenlijk: verzoekers
(gemachtigde: mr. J.J. Eizenga), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. J.A.C.M. Prins).

Procesverloop

Bij afzonderlijke besluiten van 15 januari 2021 heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaken NL21.743, NL21.745, NL21.747, NL21.749 en NL21.751, plaatsgevonden op 1 februari 2021. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Als tolk is verschenen M. Gholami. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL21.743, NL21.745, NL21.747, NL21.749 en NL21.751, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E. Kersten, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
19 februari 2021
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
Mr. G.P. Loman E. Kersten
Rechter Griffier
Rechtbank Midden-Nederland Rechtbank Midden-Nederland
Documentcode: [documentcode]
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.