ECLI:NL:RBDHA:2021:16142
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- G.P. Loman
- L.Y. Wong
- Rechtspraak.nl
Afwijzing voorlopige voorzieningen in asielzaken van Iraanse verzoeksters
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 22 juli 2021, hebben twee Iraanse verzoeksters, bijgestaan door hun gemachtigde mr. R.M. Boesjes, een verzoek ingediend om voorlopige voorzieningen in het kader van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvragen waren eerder door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond, en de verzoeksters was een vertrektermijn onthouden, wat betekende dat zij Nederland onmiddellijk moesten verlaten. Tevens was er een inreisverbod van twee jaar opgelegd.
De verzoeksters hebben tegen deze besluiten beroep ingesteld en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 12 juli 2021, waar de verzoeksters en hun gemachtigde aanwezig waren, evenals de vertegenwoordiger van de verweerder. Tijdens de zitting werd ook een tolk, mevrouw H. Malwand-Barak, ingeschakeld.
De voorzieningenrechter heeft op 22 juli 2021 uitspraak gedaan en de verzoeken om voorlopige voorzieningen afgewezen. Dit gebeurde omdat er inmiddels uitspraak was gedaan op de beroepen in de aanverwante zaken NL21.9786 en NL21.9784, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening verviel. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, in aanwezigheid van griffier mr. L.Y. Wong, en is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl.