ECLI:NL:RBDHA:2021:16173
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielberoepen wegens niet tijdige ingebrekestelling na inwerkingtreding Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 14 april 2021, zijn eisers in beroep gegaan tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid omdat er niet tijdig was beslist op hun aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat, volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een betrokkene eerst een ingebrekestelling moet indienen voordat hij in beroep kan gaan. De eisers hebben hun ingebrekestelling op 26 september 2020 ingediend, wat na de inwerkingtreding van de Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND op 11 juli 2020 was. Hierdoor konden zij geen beroep meer instellen tegen het niet tijdig nemen van een besluit op hun asielaanvraag.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de wettelijke beslistermijn voor de asielaanvragen van eisers op 23 juli 2020 eindigde. Aangezien de ingebrekestelling na deze datum was ingediend, heeft de rechtbank geoordeeld dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn. De rechtbank heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door rechter mr. B. Fijnheer in aanwezigheid van griffier M. Bos en is openbaar gemaakt op 14 april 2021.