Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , eiseres
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
.
Beslissing
duizendzeshonderdentwee euro).
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 februari 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de aanvraag van eiseres om het doel van haar verblijfsvergunning regulier te wijzigen. Eiseres, een Vietnamese vrouw geboren in 1996, had een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd onder de beperking 'uitwisseling'. Ze diende een aanvraag in om deze beperking te wijzigen naar 'verblijf als familie en gezinslid' bij haar referent. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft deze aanvraag afgewezen op basis van het ontbreken van een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) en het niet voldoen aan het middelenvereiste. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 14 januari 2021 heeft de rechtbank vastgesteld dat het mvv-vereiste ten onrechte aan eiseres is tegengeworpen. De rechtbank oordeelde dat eiseres procesbelang heeft bij de procedure, omdat de te verlenen verblijfsvergunning een eerdere ingangsdatum zou hebben dan het verblijfsrecht dat eiseres reeds heeft op grond van het arrest Chavez-Vilchez. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd, maar de rechtsgevolgen van dit besluit in stand gelaten, omdat verweerder erkende dat eiseres in bezwaar ten onrechte niet is gehoord over het middelenvereiste.
De rechtbank heeft verweerder ook veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 1.602,-. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen vier weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.