ECLI:NL:RBDHA:2021:16228

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 augustus 2021
Publicatiedatum
3 mei 2022
Zaaknummer
NL21.11997
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 augustus 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Eiser, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, had tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 15 juli 2021, verklaarde de aanvraag niet-ontvankelijk. Eiser verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, maar verscheen niet op de zitting, evenmin als zijn gemachtigde. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.

De rechtbank heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld samen met een andere zaak (NL21.11996) op 10 augustus 2021. Na de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat de rechtbank in de andere zaak al uitspraak had gedaan op het beroep van eiser. Hierdoor was een voorlopige voorziening niet meer nodig. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en bekendgemaakt op 13 augustus 2021. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL21.11997
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. F.W. Verweij), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. R.S. Helmus).

Procesverloop

Bij besluit van 15 juli 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De rechtbank heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL21.11996, op 10 augustus 2021 op zitting behandeld. Verzoeker is niet verschenen. De gemachtigde van verzoeker is met voorafgaand bericht niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.11996, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan in het openbaar op 10 augustus 2021 door mr. G.P. Loman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. P. Bruins, griffier.
Dit proces-verbaal is bekend gemaakt op:
13 augustus 2021

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.