ECLI:NL:RBDHA:2021:16294

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 augustus 2021
Publicatiedatum
11 mei 2022
Zaaknummer
NL21.11996
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens gebrek aan procesbelang en geen contact met advocaat

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 augustus 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd op 15 juli 2021 niet-ontvankelijk verklaard. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. Ook zijn gemachtigde heeft zich niet laten zien, ondanks een voorafgaand bericht dat hij geen contact meer had met zijn cliënt. De rechtbank heeft de zaak onmiddellijk na de zitting behandeld en geconcludeerd dat eiser geen prijs meer stelt op internationale bescherming in Nederland. Dit leidde tot de beslissing dat het beroep niet-ontvankelijk is wegens gebrek aan procesbelang. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan door rechter mr. G.P. Loman, met mr. P. Bruins als griffier, en is bekendgemaakt op 13 augustus 2021.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL21.11996
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. F.W. Verweij), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. R.S. Helmus).

Procesverloop

Bij besluit van 15 juli 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep, tezamen met de zaak NL21.11997, op 10 augustus 2021 op zitting behandeld. Eiser is niet verschenen. De gemachtigde van eiser is met voorafgaand bericht niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. Ter zitting heeft verweerder meegedeeld dat eiser na de opheffing van de maatregel van bewaring op 16 juli 2021 geen contact met verweerder meer heeft gehouden.
2. Eiser en zijn gemachtigde zijn niet ter zitting verschenen. De gemachtigde van eiser heeft bij bericht van 10 augustus 2021 laten weten dat hij geen contact meer heeft met zijn client
en dat het hem niet vrij staat het beroep in te trekken. De gemachtigde heeft verzocht om de zaak op de stukken af te doen.
3. Uit het voorgaande kan worden opgemaakt dat eiser geen prijs meer stelt op internationale bescherming in Nederland. De rechtbank verwijst naar jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State1.
4. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan in het openbaar op 10 augustus 2021 door mr. G.P. Loman, rechter, in aanwezigheid van mr. P. Bruins, griffier.
1. Bijvoorbeeld de uitspraak van 22 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:579
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
13 augustus 2021

Documentcode: [nummer]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.