ECLI:NL:RBDHA:2021:16607
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van onvoldoende bewijs van identiteit en nationaliteit
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 oktober 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij eiseres, afkomstig uit Azerbeidzjan, haar asielaanvraag had ingediend. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, met de stelling dat eiseres haar identiteit en nationaliteit niet had aangetoond. Eiseres stelde dat zij uit Azerbeidzjan kwam en dat zij daar te maken had met mishandeling door haar vader, maar de rechtbank oordeelde dat de door haar verstrekte informatie niet geloofwaardig was. Eiseres had geen identiteitsdocumenten overgelegd en haar verklaringen over haar achtergrond en verblijf in Azerbeidzjan werden als onvoldoende betrouwbaar beschouwd. De rechtbank concludeerde dat verweerder niet ten onrechte had geoordeeld dat eiseres haar identiteit en nationaliteit niet aannemelijk had gemaakt, en dat de asielmotieven van eiseres niet inhoudelijk hoefden te worden beoordeeld. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat eiseres Nederland onmiddellijk moest verlaten en twee jaar niet mocht terugkeren naar Europa. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.