ECLI:NL:RBDHA:2021:16982
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielprocedure met niet-ontvankelijk verklaring
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 december 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een asielzoeker, aangeduid als verzoeker. De verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze was door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 26 november 2021 niet-ontvankelijk verklaard. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het beroep op 15 december 2021 is doorverwezen naar de meervoudige kamer, waardoor een uitspraak op het beroep niet binnen afzienbare tijd kon worden gedaan. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de verzoeker belang heeft bij het afwachten van de uitkomst van het beroep in Nederland. Dit belang weegt zwaarder dan het belang van de verweerder bij onverkorte handhaving van het bestreden besluit. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, het bestreden besluit geschorst en bepaald dat de verzoeker niet mag worden uitgezet totdat op het beroep is beslist. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman en bekendgemaakt op 16 december 2021.