ECLI:NL:RBDHA:2021:17038

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 december 2021
Publicatiedatum
2 september 2022
Zaaknummer
NL21.18144
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 december 2021 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. A.A.W.A. Vissers, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. V. Ilić, in een besluit van 18 november 2021 niet-ontvankelijk verklaard. Hiertegen heeft verzoekster beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 6 december 2021 behandeld, maar verzoekster en haar gemachtigde hebben zich afgemeld voor de zitting. De vertegenwoordiger van de verweerder was wel aanwezig. Tijdens de zitting is ook een andere zaak, NL21.18143, behandeld. De voorzieningenrechter heeft in die zaak uitspraak gedaan, waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening in deze zaak niet meer nodig was. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.

De uitspraak is openbaar gemaakt en er is geen mogelijkheid tot hoger beroep of verzet tegen deze beslissing. De voorzieningenrechter heeft ook geen proceskostenveroordeling opgelegd, omdat daar geen aanleiding voor was. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, in aanwezigheid van griffier mr. A. Vranken.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL21.18144
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoekster], V-nummer: [V-nummer] , verzoekster (gemachtigde: mr. A.A.W.A. Vissers),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. V. Ilić).

Procesverloop

In het besluit van 18 november 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.1
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL21.18143, op 6 december 2021 op zitting behandeld. Verzoekster en haar gemachtigde hebben zich afgemeld voor de zitting. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.18143, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
1. op grond van artikel 30a, eerste lid, onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A. Vranken, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
09 december 2021
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl
Mr. G.P. Loman A. Vranken
Rechter Griffier
Rechtbank Midden-Nederland Rechtbank Midden-Nederland
Documentcode: [documentcode]
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.