ECLI:NL:RBDHA:2021:2733
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van de rechter in een civiele procedure zonder aanhangig rechtsgeding
Op 22 maart 2021 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van Techrabota.BG Ltd, vertegenwoordigd door een onbekende vertegenwoordiger. Het verzoek tot wraking was gericht tegen mr. C.W.D. Bom, kantonrechter in deze rechtbank. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat er geen sprake is van een aanhangig rechtsgeding, omdat de dagvaarding niet rechtsgeldig aan de gedaagden is betekend. Hierdoor kon de wrakingskamer niet spreken van een behandelend rechter, wat een voorwaarde is voor het indienen van een wrakingsverzoek. De verzoekster werd om deze reden niet-ontvankelijk verklaard in haar wrakingsverzoek.
De wrakingskamer heeft ten overvloede ook de aangevoerde wrakingsgronden beoordeeld. De verzoekster had verschillende gronden aangevoerd, waaronder schending van het beginsel van hoor en wederhoor en partijdigheid van de rechter. De wrakingskamer oordeelde dat de aangevoerde gronden niet voldoende waren om te concluderen dat de rechter partijdig was of dat er bijzondere omstandigheden waren die een wraking rechtvaardigden. De beslissing van de wrakingskamer was dat het proces in de hoofdzaak voortgezet zou worden in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.