Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 april 2021 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
equality of arms.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 april 2021 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de beëindiging van haar Ziektewet-uitkering door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres, die eerder werkzaam was als pedagogisch medewerker, had zich ziekgemeld vanwege rugklachten en een depressie. Het UWV beëindigde haar uitkering per 13 november 2019, na een medisch onderzoek door een verzekeringsarts. Eiseres ging in bezwaar, maar het UWV verklaarde haar bezwaar ongegrond. In beroep voerde eiseres aan dat het medisch onderzoek niet zorgvuldig was uitgevoerd en dat haar psychische klachten onvoldoende waren meegewogen. De rechtbank oordeelde dat de medische onderzoeken zorgvuldig waren uitgevoerd en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de conclusies van de verzekeringsartsen. Eiseres had voldoende gelegenheid gehad om haar standpunt te onderbouwen en de rechtbank zag geen reden om een onafhankelijke deskundige aan te wijzen. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond, waarmee de beëindiging van de Ziektewet-uitkering werd bevestigd.