ECLI:NL:RBDHA:2021:3352
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- S.J. Hoekstra - van Vliet
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de sluiting van zonnestudio’s in het kader van coronamaatregelen
Op 7 april 2021 heeft de Rechtbank Den Haag in een kort geding geoordeeld dat de Staat niet verplicht is om de sluiting van zonnestudio’s per direct ongedaan te maken. De SVZ, de branchevereniging voor zonnestudio’s, had hierom gevraagd, maar de rechter oordeelde dat de Staat een grote mate van beleidsvrijheid heeft bij het nemen van maatregelen ter bestrijding van de coronapandemie. De rechter stelde vast dat de keuze van de Staat om contactberoepen zoals kappers weer open te stellen, maar zonnestudio’s gesloten te houden, niet onrechtmatig is. De Staat moet de risico’s van de pandemie blijven beperken en kan niet alle maatregelen tegelijk versoepelen. De rechter benadrukte dat de sluiting van zonnestudio’s een gevolg is van de algemene sluiting van publieke plaatsen en dat de Staat voldoende heeft gemotiveerd waarom de zonnestudio’s niet onder de versoepelingen vallen. De SVZ had aangevoerd dat de sluiting onredelijk en willekeurig is, maar de rechter volgde de argumenten van de Staat, die stelde dat de openstelling van zonnestudio’s zou leiden tot meer contactmomenten en reisbewegingen, wat het risico op besmettingen zou verhogen. De vorderingen van SVZ werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten.