Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 april 2021 in de zaak tussen
[eiser] h.o.d.n. [h.o.d.n.] , eiser
de burgemeester van de gemeente Westland, verweerder
Procesverloop
23 maart 2021. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Overwegingen
De burgemeester is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in een woning of lokaal of op een daarbij behorend erf:
a. een middel als bedoeld in lijst I of II dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid, wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is;
b. een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3°, of artikel 11a voorhanden is.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept primair besluit I voor zover daarbij het bedrijfspand is gesloten voor de duur van zes maanden;
-herroept primair besluit II;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
- bepaalt dat verweerder aan eiser het betaalde griffierecht van € 174,- vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 2.670,-;
mr. J.F.A. Bleichrodt, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 28 april 2021.