Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
- Het kind woont zelfstandig;
- Het kind voorziet in zijn eigen onderhoud;
- Het kind heeft een zelfstandig gezin gevormd.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 14 januari 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk beroep van een jongvolwassene, eiseres, tegen een besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Eiseres, geboren op [geboortedatum] en van Syrische nationaliteit, had op 20 maart 2019 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, welke op 25 juli 2019 door verweerder werd afgewezen. Eiseres heeft op 16 maart 2020 beroep ingesteld tegen dit besluit, dat op 3 december 2020 werd behandeld in Breda. Tijdens de zitting was eiseres vertegenwoordigd door haar waarnemend gemachtigde en was er een tolk aanwezig. Ook waren de moeder en oom van eiseres aanwezig.
De rechtbank overwoog dat de feitelijke gezinsband tussen eiseres en haar referent, haar moeder, verbroken was, omdat eiseres sinds 2011 zelfstandig met haar partner samenwoonde en zorg droeg voor haar twee minderjarige kinderen. Eiseres betwistte dat de gezinsband verbroken was en voerde aan dat zij emotioneel en financieel afhankelijk was van haar ouders. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden die eiseres aanvoerde niet uitzonderlijk genoeg waren om af te wijken van de beleidsregels omtrent de feitelijke gezinsband. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarbij werd opgemerkt dat de gezinsband niet hersteld kan worden als deze eenmaal verbroken is. De uitspraak werd gedaan door mr. M.Z.B. Sterk, rechter, in aanwezigheid van mr. N.H. de Zeeuw, griffier.