ECLI:NL:RBDHA:2021:5161
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Iraanse Koerd met betrekking tot politieke overtuiging en website
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 mei 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Iraanse Koerd, heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij een Iraans Koerdische website heeft gehad, noch dat hij problemen heeft ondervonden met de Iraanse autoriteiten naar aanleiding van deze website. Eiser stelde dat de Iraanse inlichtingendienst zijn huis was binnengevallen vanwege een politiek artikel dat door zijn broer op de website was geplaatst. De rechtbank oordeelde dat de e-mailwisseling die eiser had overgelegd niet voldoende bewijs bood voor het bestaan van de website en dat de stelling dat hij vreest voor vervolging niet geloofwaardig was. De rechtbank volgde verweerder in zijn standpunt dat de toets of sprake is van een fundamentele overtuiging hier niet op zijn plaats was, maar besloot dit motiveringsgebrek te passeren op basis van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht. Uiteindelijk werd het beroep van eiser ongegrond verklaard en werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.068,-.