AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Asielberoep van een Iraanse vrouw met een ongeloofwaardige bekering tot het christendom en huiselijk geweld
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 april 2021 uitspraak gedaan in een asielberoep van een Iraanse vrouw. De vrouw had een verblijfsvergunning asiel aangevraagd, maar deze was door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld naar aanleiding van de verklaringen van de vrouw over haar ervaringen in Iran, waaronder mishandeling door haar echtgenoot, een buitenechtelijke relatie en haar bekering tot het christendom. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris onvoldoende had gemotiveerd waarom de vrouw geen bescherming zou kunnen krijgen tegen haar echtgenoot in Iran. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw geloofwaardig heeft verklaard over de mishandelingen en bedreigingen door haar man, maar dat de staatssecretaris de bekering tot het christendom ongeloofwaardig had geacht. De rechtbank heeft de afwijzing van de asielaanvraag vernietigd en de staatssecretaris opgedragen om de verklaringen van de vrouw opnieuw te beoordelen. De rechtbank heeft ook de proceskosten van de vrouw toegewezen aan de staatssecretaris.
Voetnoten
1.Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
2.Verdrag van Genève van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen.
3.Nader gehoor, p. 4 onderaan.
4.Nader gehoor, p. 20 onderaan.
5.Nader gehoor, p. 27 onderaan.
6.Nader gehoor, p. 20 in het midden.
7.Eerste gehoor, p. 12 in het midden.
8.Nader gehoor, p. 26 onderaan.
9.Nader gehoor, p. 6 onderaan.
11.Algemeenambtsbericht Iran van mei 2017, p. 53.
12.Algemeen ambtsbericht Iran van februari 2021, p. 62.