In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, eigenaar van percelen in Nieuwkoop, en het college van burgemeester en wethouders van Nieuwkoop. De eiser had een aanvraag voor planschadevergoeding ingediend, die door de gemeente was afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat de eiser geen gebruik had gemaakt van de mogelijkheid om de schade te voorkomen of te beperken, nadat het bestemmingsplan 'Landelijk gebied Nieuwkoop' was vastgesteld. Dit bestemmingsplan had de bouwmogelijkheden op de percelen van de eiser aanzienlijk beperkt.
De rechtbank oordeelde dat de eiser vanaf 3 augustus 2015 op de hoogte had kunnen zijn van de wijziging van het bestemmingsplan en dat hij onvoldoende concrete pogingen had ondernomen om zijn bouwmogelijkheden te realiseren onder het oude bestemmingsplan. De rechtbank concludeerde dat de eiser het risico op de beperking van de bebouwingsmogelijkheden passief had aanvaard. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en oordeelde dat de schade, voor zover deze bestond, voor rekening van de eiser diende te komen. De uitspraak benadrukt het belang van voorzienbaarheid en actieve betrokkenheid van eigenaren bij bestemmingsplanwijzigingen.