ECLI:NL:RBDHA:2021:6894
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Dublin Italië – interstatelijk vertrouwensbeginsel – geen kwetsbaar persoon – beroep ongegrond
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 juni 2021 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, een Afghaanse nationaliteit bezittende persoon, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij aanvoerde dat zijn overdracht aan Italië een reëel risico op schending van zijn mensenrechten met zich meebracht, met name vanwege de situatie van asielzoekers in Italië en zijn eigen kwetsbare gezondheidstoestand.
De rechtbank heeft overwogen dat voor Italië, ook bij kwetsbare vreemdelingen, in beginsel kan worden uitgegaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij als gevolg van zijn overdracht in Italië een reëel risico op onmenselijke of vernederende behandeling zal lopen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de door eiser ingebrachte documenten niet voldoende bewijs leveren voor zijn stellingen over de zorg- en opvangvoorzieningen in Italië. Bovendien heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser niet heeft aangetoond dat hij als kwetsbaar persoon moet worden aangemerkt, en dat zijn medische situatie geen belemmering vormt voor zijn overdracht aan Italië.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. Eiser kan binnen een week na bekendmaking van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.