ECLI:NL:RBDHA:2021:7157
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om Nederlanderschap wegens gevaar voor openbare orde na veroordeling in Servië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 juli 2021 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar verzoek om het Nederlanderschap. Eiseres, die in 2016 door een Servische rechtbank was veroordeeld voor een strafbaar feit, had op 26 juni 2018 een verzoek ingediend om het Nederlanderschap te verkrijgen. Het verzoek werd afgewezen op 13 januari 2020, en het bezwaar daartegen werd op 25 juni 2020 ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de veroordeling van eiseres ernstige vermoedens oproept dat zij een gevaar voor de openbare orde vormt, zoals bedoeld in artikel 9 van de Rijkswet op het Nederlanderschap. Eiseres voerde aan dat zij geen eerlijk proces had gehad in Servië en dat dit een bijzondere omstandigheid was die de afwijzing van haar verzoek zou moeten herzien. De rechtbank oordeelde echter dat eiseres niet voldoende bewijs had geleverd voor haar stelling dat zij een oneerlijk proces had ondergaan. Bovendien was de rechtbank van mening dat verweerder niet in strijd met de wet had gehandeld door eiseres niet te horen in bezwaar, aangezien het bezwaar kennelijk ongegrond was. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de afwijzing van het verzoek om Nederlanderschap.