ECLI:NL:RBDHA:2021:7704
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van huiselijk geweld en bedreigingen in Kenia
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 juli 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, een vrouw van Keniaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank heeft de zaak behandeld na een beroep van eiseres tegen dit besluit. Eiseres stelde dat zij sinds 2011 slachtoffer was van huiselijk geweld door haar man en dat zij ook bedreigd werd door haar vader en een bende. De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit en nationaliteit van eiseres geloofwaardig zijn, evenals haar claim van huiselijk geweld. Echter, de rechtbank oordeelde dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat zij geen hulp had gekregen van de autoriteiten, ondanks haar verklaringen dat zij meerdere keren om hulp had gevraagd. De rechtbank vond het ongeloofwaardig dat de politie en andere instanties niet adequaat hadden gereageerd op haar meldingen van geweld.
De rechtbank heeft verder overwogen dat de bedreigingen van eiseres door haar man en de bende niet voldoende waren onderbouwd. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat er geen reëel risico was voor eiseres bij terugkeer naar Kenia, en dat de aanvraag om asiel terecht was afgewezen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en wees op het ontbreken van aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen vier weken na bekendmaking.