ECLI:NL:RBDHA:2021:7917

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 juli 2021
Publicatiedatum
23 juli 2021
Zaaknummer
NL21.6351
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag van Syrische verzoekster

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 juli 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een Syrische verzoekster, die als Bulgaarse statushouder in Nederland verblijft. De verzoekster had tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld, waarbij haar asielaanvraag in de algemene procedure niet-ontvankelijk was verklaard. De verzoekster heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, terwijl de staatssecretaris zich heeft laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De zitting vond plaats op 10 juni 2021 in Middelburg, waar de verzoekster aanwezig was met haar gemachtigde en een tolk.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.6351

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoekster

v-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. J.W. de Haan),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. Y. Rikken).

Procesverloop

Bij besluit van 19 april 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoekster in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL21.6350, op 10 juni 2021 op zitting behandeld. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen M. Kurdi. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.6350, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.M.P. van Alphen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid vanmr. A.E. Paulus, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.