5.2Verweerder heeft de gestelde bekering van eiseres ongeloofwaardig geacht nu deze volgens hem niet is gebaseerd op een diepgewortelde innerlijke overtuiging. Eiseres heeft wel enigszins weten te overtuigen qua kennis en activiteiten, maar volgens verweerder moet meer waarde worden gehecht aan haar verklaringen over haar proces, de motieven en het effect van de veranderingen. Op deze onderdelen heeft eiseres niet weten te overtuigen, aldus verweerder.
De rechtbank gaat hierna in op deze verschillende onderdelen, die van belang zijn bij de beoordeling van de geloofwaardigheid van het bekeringsrelaas.8
Bekeringsmotieven, - proces en effecten
5.3.1Verweerder heeft bij zijn standpunt betrokken dat eiseres heeft verklaard over feitelijke gebeurtenissen en dat zij niet is ingegaan op de onderliggende overtuiging en de groei in het geloof. Zij heeft niet verklaard waarom zij het rustige en gelijkwaardige gedrag
2 P. 5 van het verweerschrift van 28 april 2021.
3 P. 8 van het nader gehoor.
4 P. 10 van het schriftelijk gehoor en p. 9 van het nader gehoor.
5 P. 9 van het schriftelijk gehoor. 6 P. 14 van het schriftelijk gehoor. 7 P. 11 van het schriftelijk gehoor.
8 Werkinstructie 2019/18 Bekeerlingen.
van haar nicht verbindt aan het christendom. Verweerder heeft verder bij zijn standpunt betrokken dat eiseres niet persoonlijk, maar slechts in algemene termen heeft verklaard over wat het geloof haar heeft gebracht. Wat zij heeft verklaard past bij het christelijk geloof maar is niet authentiek. Zij is er volgens verweerder niet in geslaagd te verklaren waarom het christendom haar zo geraakt heeft en verandering heeft gebracht en waarom zij voor het christendom haar leven in Iran op het spel heeft gezet. Daarnaast heeft zij in het eerste half jaar dat zij illegaal in Nederland was slechts drie keer de kerk bezocht. Ook is het vreemd dat zij aan een vriend van haar vader in Duitsland heeft gevraagd haar naar een kerk te brengen terwijl het in de lijn der verwachting ligt dat haar vader bij deze vriend zou informeren hoe het met haar gaat, aldus verweerder.
5.3.2De rechtbank leest in de verklaringen van eiseres dat zij voorafgaand aan haar bekering geen rust had, zich leeg voelde, iets miste, persoonlijkheidsproblemen had en zondigde.9 In oktober 2017 bezocht zij haar nicht in Duitsland en raakte nieuwsgierig naar de reden van haar bekering tot het christendom, naar de betekenis van Christus en wie Jezus was.10 Zij sprak daarover met haar nicht. Eiseres zag een positieve verandering in het gedrag van de nicht en een positieve invloed op haar gezin, ingegeven door het geloof.11 De nicht legde contact met een vertrouwde vriend in Iran, [naam vriend], die eiseres meer kon vertellen. Eiseres wilde ergens in geloven wat overeen kwam met haar denkwijze zodat zij zich beter kon voelen dan zij deed.12 Terug in Iran bezocht zij op uitnodiging van [naam vriend] met regelmaat huiskerkbijeenkomsten, waar haar over Jezus en het christendom werd verteld en waar zij een rustgevoel kreeg. Begin 2018 voorkwam een botsing dat eiseres op een feest aankwam waar later een inval door de zedenpolitie plaatsvond. Daardoor voelde zij dat Jezus en de heilige geest over haar waakten, begreep zij dat zij haar weg moest vervolgen en voelde zij zich christen.13 Op verzoek van eiseres heeft haar nicht in Duitsland een doop voorbereid. In oktober 2018 is eiseres met het doel om gedoopt te worden teruggegaan naar Duitsland. Eiseres heeft eerst een in Duitsland woonachtige vriend van haar vader bezocht omdat deze zich garant stelde voor haar verblijf. Zij vroeg hem om haar naar een kerk te brengen omdat zij wilde bidden. De vriend heeft dit aan haar vader verteld die haar vervolgens daarmee heeft geconfronteerd en haar de consequenties in het vooruitzicht heeft gesteld.14 In overleg met haar nicht is zij via een kennis naar een neef in Nederland gevlucht. In Nederland heeft zij haar partner ontmoet en tot haar aanmelding is zij drie keer naar de kerk gegaan. Haar aanmelding heeft zij uitgesteld uit vrees om op grond van de Dublinverordening teruggestuurd te worden.15
5.3.3Op het punt van de motieven voor en het proces van bekering ziet de rechtbank in de (hiervoor samengevat weergegeven) verklaringen van eiseres en de tegenwerpingen van verweerder onvoldoende aanleiding voor de conclusie dat eiseres niet heeft weten te overtuigen. Eiseres heeft op twee hierna te bespreken punten na voldoende consistent en eenduidig verklaard. Daarnaast zijn meerdere tegenwerpingen geschrapt vanwege ophelderingen door eiseres of omdat verweerder deze naar aanleiding van de zienswijze of de beroepsgronden achteraf op een onterechte aanname of veronderstelling vond berusten.
9 P. 10 van het nader gehoor.
10 P. 10-13 van het schriftelijk gehoor.
11 P. 13 van het nader gehoor.
12 P. 15 van het nader gehoor.
13 P. 11-12 van het nader gehoor.
14 P. 10-13 van het schriftelijk gehoor en p. 20 van het nader gehoor.
15 P. 24 van het nader gehoor.
5.3.4Verweerder werpt tegen dat eiseres wel een groter risico nam tot het bezoeken van huiskerken, maar het risico van bezitten van een bijbel te groot vond. In deze twee zaken ziet de rechtbank in het geval van eiseres het verschil dat eiseres een huiskerkbezoek kon inpassen door bijvoorbeeld eerst bij vrienden bezoek te gaan en zij daarbij het bezoek aan de huiskerk ook op het laatste moment kon afblazen. Het thuis bezitten en bewaren van een bijbel leverde daarentegen een voortdurend risico op ontdekking op.
5.3.5Verweerder werpt verder tegen dat eiseres zeer beperkt de kerk heeft bezocht gedurende haar eerste maanden in Nederland terwijl kerken juist bescherming bieden aan illegaal verblijvende buitenlanders. De rechtbank komt eiseres’ verklaring dat zij onwetend was over de bescherming niet aannemelijk voor, zeker nu zij wel een paar keer een kerk heeft bezocht, zij contact onderhield met haar tot het christendom bekeerde nicht en zij in de moeder van haar vriend een medechristen had ontmoet, die haar hiervan op de hoogte had kunnen brengen. Verweerder heeft de verklaring van eiseres op dit punt niet ten onrechte kunnen tegenwerpen.
5.3.6Over het incident waarbij eiseres met haar auto op een andere auto is gebotst, werpt verweerder niet langer tegen dat eiseres niet aan de gevolgen voor anderen heeft gedacht, nu het ongeluk alleen materiële schade en veel papierwerk tot gevolg had. Toch vindt verweerder ongeloofwaardig waarom eiseres het ongeluk zag als een godsteken. De rechtbank volgt dat niet. Uit de verklaringen van eiseres volgt dat zij zich gedurende enkele maanden voor de botsing op het christelijk geloof oriënteerde en dat haar familie kort voor de botsing een streng islamitische huwelijkskandidaat aandroeg.16 Tegen die achtergrond en in het licht van de verdere, concrete verklaringen over haar geloofsbeleving is niet inzichtelijk waarom de botsing, die eiseres achteraf bezien had behoed voor problemen met de zedenpolitie en mogelijk erger, door haar niet als godsteken kon worden opgevat.
5.3.7Ook in de verklaringen dat eiseres aanvankelijk haar doop in Duitsland via haar nicht heeft georganiseerd, maar dat dat niet doorging en dat zij in Nederland zelf meer voorbereidingstijd nam en uiteindelijk wel is gedoopt, ziet de rechtbank voldoende en consistente uitleg voor de gestelde gang van zaken rondom de doop. Dit betekent niet dat verweerder eiseres had moeten volgen in haar verklaring voor de vlucht naar Nederland, waarop de rechtbank hierna ingaat.
5.3.8Verweerder heeft betrokken dat eiseres niet eenduidig heeft verklaard over de door haar gestelde gang van zaken rondom het bidden in de kerk tijdens het tweede bezoek aan Duitsland en hoe dit ertoe zou hebben geleid dat haar gezin van haar bekering op de hoogte zou zijn geraakt. Niet valt in te zien waarom eiseres het risico zou nemen om haar vaders vriend haar naar een kerk te laten brengen en daar vervolgens zichtbaar te bidden, terwijl eiseres tijdens de reis aan telefonische controlegesprekken werd onderworpen door haar familie in Iran, welke controle zich ook uitstrekte tot contact met de vriend. Eiseres’ nadere uitleg dat het kerkbezoek in een toeristisch kader plaatsvond, dat haar vaders vriend het luchtig heeft verteld aan haar vader maar dat laatstgenoemde het heel zwaar heeft opgevat, heeft verweerder niet hoeven overtuigen. Verweerder heeft het plaatsvinden van deze gebeurtenis niet ten onrechte ongeloofwaardig kunnen vinden. Naar het oordeel van de
16 P. 14 van het schriftelijk gehoor.
rechtbank zit er hiermee ‘een gat’ in het relaas van eiseres. Welke gevolgen dit heeft, komt aan de orde onder 5.6.
5.3.9Verweerder heeft verder erop kunnen wijzen dat eiseres’ verklaringen voor een aanzienlijk deel over feitelijke gebeurtenissen gaan. Dit neemt echter niet weg dat de verklaringen ook voor een belangrijk deel ingaan op haar kennismaking met en groei in het christelijk geloof, wat dit persoonlijk voor haar betekende en welke effecten dit bij haar teweegbracht. Juist is dat de door eiseres genoemde aspecten niet zijn voorbehouden aan christenen, maar dat betekent op zichzelf niet dat eiseres deze aspecten voor zichzelf niet aan het christendom heeft kunnen koppelen. In het schriftelijk gehoor heeft eiseres verklaard dat haar aanrakingen met het christendom haar tot rust brachten.17 In het nader gehoor heeft eiseres verklaard dat zij de rust, die zij door haar familiesituatie miste, vindt in het bidden, het kerkbezoek en door over het geloof te praten.18 Eerder was zij geneigd tot wraak, terwijl zij door het christendom heeft leren vergeven.19 Aan de omstandigheden rondom de botsing heeft eiseres persoonlijke betekenis gegeven.20 Ter zitting heeft eiseres toegelicht dat zij zich voorheen een zondaar voelde omdat zij niet haar eigen leven leidde en de schijn ophield. In deze verklaringen ziet de rechtbank onvoldoende aanleiding om te kunnen concluderen dat eiseres te algemeen en niet authentiek over haar motieven tot bekering heeft verklaard. Verweerders beoordeling is op dit punt dan ook onvoldoende gemotiveerd.
5.3.10De overwegingen hiervoor leiden de rechtbank tot de tussenconclusie dat het bestreden besluit een motiveringsgebrek bevat.