Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
tegen de rankingsbeslissingals zodanig en niet op bezwaren over de gevolgde procedure en gekozen selectiecriteria. Anders dan [eiseres] betoogt, zijn de doorlooptijden in deze zaak ook niet ongebruikelijk of onredelijk kort. Voor zover [eiseres] aanvoert dat het eerder klagen zinloos zou zijn geweest omdat Rijkswaterstaat hoe dan ook geen actie zou hebben ondernomen, geldt dat dat standpunt slechts een veronderstelling is die niet kan worden aangenomen.
nietde eigen visie op de (benodigde aanpak voor de) projectopgave hoeft te worden beschreven, maar de voorzieningenrechter is met Rijkswaterstaat van oordeel dat dit – zoals het antwoord ook expliciet noemt – slechts betrekking heeft op het eerste van de drie bij het Visiedocument genoemde aandachtspunten. Daaruit kan dus niet worden afgeleid dat het Visiedocument in het geheel geen relatie hoefde te hebben met het project. De uitleg van [eiseres] kan daarom niet worden gevolgd en zou ook niet te rijmen zijn met de bij het selectiecriterium genoemde doelstelling van het aangaan van een samenwerking met de partij die met zijn visie het beste aansluit op de visie van het project. Gelet hierop en nu elke verwijzing in het Visiedocument van [eiseres] naar het project ontbreekt, kan niet worden geconcludeerd dat Rijkswaterstaat dat document ten onrechte met 0 punten heeft gewaardeerd.