ECLI:NL:RBDHA:2021:8953
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Handhaving tegen illegale bouwwerken in het plassengebied Reeuwijk
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Animal Rights en de Burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk. De stichting had een handhavingsverzoek ingediend tegen illegale bouwwerken, specifiek schiethutten, op eilandjes in het plassengebied Reeuwijk. In het primaire besluit van 4 september 2019 werd het verzoek van de stichting niet-ontvankelijk verklaard, omdat de stichting volgens de verweerder geen belanghebbende zou zijn. Dit besluit werd in het bestreden besluit van 30 maart 2020 gehandhaafd, waarop de stichting beroep instelde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de stichting zich inzet voor de bescherming van in het wild levende dieren en hun natuurlijke habitat, en dat de aanwezigheid van de schiethutten een directe impact heeft op deze belangen. De rechtbank oordeelde dat de stichting wel degelijk belanghebbende is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat het handhavingsverzoek terecht was ingediend. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en verklaarde het bezwaar van de stichting gegrond, waardoor de verweerder verplicht werd om een inhoudelijk besluit te nemen op het handhavingsverzoek.
Daarnaast werd de verweerder veroordeeld in de proceskosten van de stichting, die op € 2.244,- werden vastgesteld, en moest het betaalde griffierecht van € 354,- worden vergoed. De uitspraak benadrukt het belang van de bescherming van natuurwaarden en de rol van organisaties als belanghebbenden in bestuursrechtelijke procedures.