1.2.Verzoekers zijn eigenaar en bewoners van de woning. Op dit adres staan naast verzoekers ingeschreven: hun zoon G (geboren 2009) en verzoeksters meerderjarige zoon G.
In de bestuurlijke rapportage van 22 juli 2021 is vermeld dat de politie-eenheid Den Haag op 15 juli 2021 in de woning, in de slaapkamer van L (meerderjarige zoon van verzoekster), de volgende zaken heeft aangetroffen:
- 3 vuurwapens;
- munitie;
- 1 stroomstootwapen;
- 7 liter GHB;
- 9,287 kilo methadon in poedervorm;
- 1 zak XTC pillen à 470 gram;
- 3,838 kilo amfetamine;
- 730,6 gram ketamine;
- 107,3 gram kphedrine en
- 5 gram cannabis.
Voorts zijn 3 weegschalen en 1 gasmasker aangetroffen, die gerelateerd kunnen worden aan de productie van synthetische drugs. De aangetroffen zaken waren in het bezit van L.
De politie heeft voorts vermeld dat L heeft verklaard dat de aangetroffen drugs deels zijn eigendom waren en bestemd voor eigen gebruik. De rest van de drugs en de vuurwapens zou hij in bewaring hebben gehad voor een ander. L is aangehouden als verdachte van het bezit van harddrugs, het treffen van voorbereidingshandelingen voor het verhandelen van harddrugs en het voorhanden hebben van vuurwapens. Verzoekster heeft verklaard niets af te weten van de aangetroffen verdovende middelen en de vuurwapens.
L is eerder in 2019 aangehouden als verdachte van het bereiden van en handel in harddrugs. In zijn toenmalige woning in [plaats] werden grote hoeveelheden drugs aangetroffen en benodigdheden voor de bereiding van harddrugs.
2. Verweerder ziet aanleiding de woning te sluiten, gelet op de aangetroffen grote handelshoeveelheden aan harddrugs, de (vuur)wapens en de munitie.
Verweerder heeft hierbij overwogen dat dit de tweede keer is dat L is aangehouden wegens het bezit van drugs en dat het aannemelijk is dat verzoekers op de hoogte waren van de activiteiten in relatie tot de aangetroffen goederen van L in of vanuit hun woning. Omdat er een minderjarig kind in de woning woont heeft verweerder de duur van de sluiting, in afwijking van de Beleidsregels artikel 13b Opiumwet Alphen aan den Rijn (de Beleidsregels), bepaald op één maand. Verder acht verweerder vervangende woonruimte beschikbaar, nu verzoekster nog huurder is van een andere woning in Alphen aan den Rijn, waar alleen haar andere zoon woont.
3. Verzoekers zijn het niet eens met de sluiting en hebben daartegen bezwaar gemaakt. Zij verzoeken een voorziening waarbij het besluit wordt geschorst.
4. De voorzieningenrechter kan op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. De voorzieningenrechter zal voor zover nodig de gronden van verzoekers bij de verschillende onderdelen bespreken.
Was verweerder bevoegd tot sluiting over te gaan?