Voorts heeft verweerder het verzoek om correctie van de beantwoording van de Kamervragen ingewilligd, zoals blijkt uit de herziene beantwoording van de Kamervragen, aangeboden aan de Voorzitter van de Tweede Kamer bij brief van 15 januari 2019 (Tweede Kamer, Vergaderjaar 2018-2019, Aanhangsel, nummers 1234 en 1235).
In deze brief is onder meer vermeld:
“Naar aanleiding van een verzoek op basis van artikel 16 van de Algemene
Verordening Gegevensbescherming (AVG) wordt de beantwoording van deze
Kamervragen op enkele punten herzien. Daarbij gaat het om verwijzingen naar
twee interne klokkenluiderszaken binnen de Office of the High Commissioner of
Human Rights (OHCHR).
De beantwoording van vraag 12 in de Kamervragen met kenmerk 2018D41938 en
de beantwoording van vragen 4 en 5 in de Kamervragen met kenmerk
2018D42031 over de zaak van [eiser 1] is aangepast en aangevuld. De
beantwoording liet ruimte voor de conclusie dat de OHCHR heeft ontkend dat er
lijsten met namen van mensenrechtenverdedigers zijn gedeeld met de Chinese
autoriteiten. De OHCHR heeft bevestigd dat namen zijn gedeeld, maar weerlegt
dat dit tot schadelijke gevolgen heeft geleid voor de mensenrechtenverdedigers in
kwestie. Daarnaast wordt in de herziene beantwoording nader ingegaan op de
behandeling van de zaak van [eiser 1] door de VN Ethics Office en het feit dat de
Ethics Office heeft vastgesteld dat [eiser 1] wangedrag binnen de OHCHR heeft
gemeld.
In het antwoord op vragen 1, 2, 3 en 6 van de Kamervragen met kenmerk
2018D42031 is de verwijzing naar de zaak van [eiser 2] bij het VN
Tribunaal voor geschillenbeslechting verwijderd, omdat deze zaak geen verband
hield met haar rol als klokkenluider binnen de OHCHR.
Ten slotte zijn in de gehele beantwoording van beide sets Kamervragen de
foutieve verwijzingen naar het ‘UN Disciplinary Tribunal’ vervangen door het ‘VN
tribunaal voor geschillenbeslechting’ (UN Dispute Tribunal).”