ECLI:NL:RBDHA:2021:9406
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening voor asielzoeker in sobere opvang met beroep op reguliere opvang
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 augustus 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening van een asielzoeker, die sinds 24 september 2020 in sobere opvang verblijft. De verzoeker, die de Syrische nationaliteit heeft, heeft een asielaanvraag ingediend die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 13 januari 2021 niet-ontvankelijk is verklaard. De verzoeker heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij vindt dat hij recht heeft op reguliere opvang in plaats van de sobere opvang die hem momenteel wordt aangeboden. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verzoeker al bijna 11 maanden sobere opvang ontvangt, wat niet bedoeld is voor langdurige opvang. De voorzieningenrechter oordeelt dat de belangen van de verzoeker zwaarder wegen dan die van de verweerder, het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). De voorzieningenrechter heeft daarom besloten dat de verzoeker toegang moet krijgen tot reguliere opvang, met de bijbehorende verstrekkingen, totdat er een beslissing is genomen op het beroep met zaaknummer AWB 21/4059. Tevens is de verweerder veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, die zijn vastgesteld op € 748. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.