Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 oktober 2022 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring die aan eiser was opgelegd op 16 augustus 2022 op grond van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser, die stelt de Marokkaanse nationaliteit te hebben, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en het onderzoek op 3 oktober 2022 gesloten.
De rechtbank overweegt dat zij eerder de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring heeft getoetst en dat deze tot het moment van het sluiten van het eerdere onderzoek rechtmatig was. De huidige beoordeling richt zich dan ook op de periode na het sluiten van dat onderzoek. Eiser heeft aangevoerd dat hij nooit asiel heeft aangevraagd in Nederland en dat de maatregel op een onjuiste grondslag is genomen. Daarnaast heeft hij gesteld dat hij op eigen gelegenheid Nederland zal verlaten.
De rechtbank concludeert echter dat uit de voortgangsgegevens blijkt dat eiser op 16 augustus 2022 een asielaanvraag heeft ingediend, waardoor zijn eerste beroepsgrond niet kan slagen. De stelling dat hij Nederland vrijwillig zal verlaten is niet voldoende onderbouwd en leidt niet tot een ander oordeel over de rechtmatigheid van de voortzetting van de bewaring. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.