ECLI:NL:RBDHA:2022:10406
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R. D. Smits
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete en dwangsom in verband met overtreding van de Huisvestingsverordening Den Haag 2019
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 oktober 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, de eigenaar van een woning in Den Haag, en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. Eiser was eerder op de hoogte gesteld van overtredingen van de Huisvestingsverordening Den Haag 2019, waarbij hij een last onder dwangsom had gekregen om onvergunde onzelfstandige bewoning te beëindigen. Ondanks deze waarschuwingen heeft de gemeente vastgesteld dat eiser opnieuw in overtreding was door de woning te verhuren aan vier personen, wat resulteerde in een eenmalige dwangsom van € 10.000 en een bestuurlijke boete van eveneens € 10.000. Eiser heeft tegen deze besluiten bezwaar gemaakt, maar de rechtbank oordeelde dat de gemeente terecht had gehandeld. De rechtbank concludeerde dat eiser niet aan zijn zorgplicht had voldaan en dat hij verantwoordelijk was voor de illegale bewoning. De rechtbank verwierp de argumenten van eiser dat hij niet als overtreder kon worden aangemerkt en dat de boete niet evenredig was. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en bevestigde de opgelegde boetes.