Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser], eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
- identiteit, nationaliteit en herkomst;
- homoseksuele geaardheid;
- problemen als gevolg van de homoseksuele geaardheid.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 januari 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Nigeriaanse eiser die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen, omdat de geloofwaardigheid van de homoseksuele geaardheid van de eiser niet werd erkend. De eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. T. Bruinsma, heeft tegen dit besluit beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 5 januari 2022 heeft de eiser verklaard dat hij zich niet op zijn gemak voelde om openhartig te zijn over zijn homoseksualiteit tijdens het nader gehoor, wat volgens hem de oppervlakkigheid van zijn verklaringen verklaarde. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de Staatssecretaris terecht de geloofwaardigheid van de eiser in twijfel trok, omdat de verklaringen inconsistent waren en niet voldoende onderbouwd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd om zijn homoseksuele geaardheid aannemelijk te maken, en dat de correcties en aanvullingen die hij na het nader gehoor heeft ingediend, niet overtuigend waren. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.