ECLI:NL:RBDHA:2022:10878

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 februari 2022
Publicatiedatum
21 oktober 2022
Zaaknummer
NL21.19593 en NL21.19595
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag en inreisverbod

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 februari 2022 uitspraak gedaan in de zaken NL21.19593 en NL21.19595, waarin verzoekers, een Iraans gezin, een voorlopige voorziening vroegen in verband met hun asielaanvraag. De verzoekers, bijgestaan door hun gemachtigde mr. W.C. Boelens, hadden eerder een verblijfsvergunning asiel aangevraagd, maar deze aanvragen waren door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. Tevens was hen een inreisverbod opgelegd voor de duur van twee jaar, te rekenen vanaf het moment dat zij Nederland daadwerkelijk zouden verlaten.

De voorzieningenrechter heeft op 25 januari 2022 de verzoeken behandeld, waarbij de verzoekers aanwezig waren met hun gemachtigde en een tolk. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak op dezelfde dag, in de zaken NL21.19592 en NL21.19594, al uitspraak gedaan op de beroepen van de verzoekers. Hierdoor was de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen. De voorzieningenrechter heeft daarom de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen en geoordeeld dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, in aanwezigheid van griffier mr. R.G.A. Beijen, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht
zaaknummers: NL21.19593 en NL21.19595

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[verzoeker](verzoeker)
en [verzoekster](verzoekster), verzoekers mede namens hun minderjarige kind
V-nummers: [V-nummer 1] en [V-nummer 2]
(gemachtigde: mr. W.C. Boelens), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
(gemachtigde: mr. R. Jonkman).

Procesverloop

Bij besluiten van 10 december 2021 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de opvolgende aanvragen van eisers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond. Verder is aan eisers een inreisverbod opgelegd voor de duur van twee jaar, gerekend vanaf de datum dat eisers Nederland daadwerkelijk hebben verlaten.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaken NL21.19592 en NL21.19594, op 25 januari 2022 op zitting behandeld. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Als tolk is verschenen S. Anvar. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verzoekers zijn van Iraanse nationaliteit. Verzoeker is geboren op [geboortedatum 1] 1977. Verzoekster is geboren op [geboortedatum 2] 1979.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL21.19592 en NL21.19594, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. R.G.A. Beijen, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
11 februari 2022
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
Mr. G.P. Loman R.G.A. Beijen
Rechter Griffier
Rechtbank Midden-Nederland Rechtbank Midden-Nederland
Documentcode: [documentcode]
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.