In deze zaak heeft eiser op 12 oktober 2021 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 7 februari 2019. De rechtbank heeft op 12 november 2021 een beslissing genomen op de asielaanvraag van eiser, waarna de gemachtigde van eiser op 15 november 2021 heeft meegedeeld dat het beroep wordt gehandhaafd. De rechtbank heeft uitspraak gedaan zonder zitting op basis van artikel 8:57, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank overweegt dat verweerder inwilligend heeft beslist op de asielaanvraag van eiser. Hierdoor is het beroep wegens het ontbreken van procesbelang niet-ontvankelijk verklaard. Voor zover eiser zijn beroep handhaaft omdat het besluit van 12 november 2021 geen beslissing bevat over de verschuldigdheid van rechterlijke dwangsommen, heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard. De bestuursrechter is niet bevoegd om de verschuldigdheid en hoogte van een door een rechtbank aan haar uitspraak verbonden dwangsom vast te stellen; hiervoor dient eiser zich tot de burgerlijke rechter te wenden.
Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat eiser aanleiding had om het beroep in te stellen, gezien een eerdere uitspraak van de rechtbank die verweerder opdroeg om binnen acht weken na verzending van die uitspraak een besluit op de aanvraag bekend te maken. De rechtbank heeft verweerder daarom in de proceskosten van eiser veroordeeld tot een bedrag van € 379,50, vastgesteld op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht.
De rechtbank heeft de volgende beslissingen genomen: het beroep is niet-ontvankelijk verklaard voor zover gericht tegen het niet tijdig beslissen op de asielaanvraag; de rechtbank heeft zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het beroep inzake de verschuldigdheid van rechterlijke dwangsommen; en verweerder is veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 379,50. Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.