ECLI:NL:RBDHA:2022:12064
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de kostendelersnorm bij herziening en terugvordering van bijstandsuitkering in een kraakpand
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 november 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, die een bijstandsuitkering ontving, en het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg. De eiser betwistte de toepassing van de kostendelersnorm door de gemeente, die zijn uitkering over de periode van 14 februari 2020 tot en met 31 maart 2020 had herzien en een bedrag van € 51,07 had teruggevorderd. De rechtbank oordeelde dat de kostendelersnorm terecht was toegepast, omdat de eiser woonde in een kraakpand met meerdere medebewoners, wat leidde tot de conclusie dat er geen sprake was van zelfstandige woonruimte. De rechtbank overwoog dat de eiser niet kon aantonen dat hij de kosten niet kon delen met zijn medebewoners en dat de voorwaarden voor de toepassing van de kostendelersnorm waren vervuld. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en wees de verzoeken om proceskostenveroordeling af. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bijstandsverlenende organen om de relevante feiten te verifiëren bij de toepassing van de kostendelersnorm.