ECLI:NL:RBDHA:2022:12066
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van besluit inzake bijstandsuitkering en kostendelersnorm
Op 16 november 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. M.A.R. Schuckink Kool, en het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg, vertegenwoordigd door mr. N. Mustafic. Eiser had een verzoek om herziening ingediend van een eerder besluit van 15 oktober 2019, waarin zijn bijstandsuitkering was herzien op basis van de kostendelersnorm. Eiser ontving sinds 25 maart 2019 een bijstandsuitkering en betwistte de toepassing van de kostendelersnorm, stellende dat hij in een zelfstandige woonruimte woonde. De rechtbank oordeelde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die het herzieningsverzoek konden onderbouwen. Eiser had geen bezwaar aangetekend tegen het eerdere besluit, waardoor dit in rechte onaantastbaar was geworden. De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit om niet terug te komen op het herzieningsbesluit evident niet onredelijk was. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.