Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
zaaknummer: NL21.17329
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij besluit van 2 november 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.
Overwegingen
Ik heb er echt moeite mee om over het probleem van mijn ouders te praten. Ik weet dat het belangrijk is, maar ik krijg stress, drama. Ik kan nu bijvoorbeeld slechte dingen doen. Het is negatief voor mij. (…) Mijn probleem komt door de dood van mijn ouders. (…) Ik was bang dat wat er met mijn ouders was gebeurd, dat dat ook met mij zou
Tegenstrijdigheden tussen verklaringen die zijn afgelegd in het eerste en nader gehoor kunnen niet zonder meer aan de vreemdeling worden tegengeworpen. Bekeken moet worden in hoeverre de vreemdeling met een en ander is geconfronteerd tijdens het nader gehoor (of in het voornemen), waarbij er rekening mee gehouden moet worden dat het eerste gehoor niet is bedoeld voor het asielrelaas. Met name is van belang in welke context een verklaring is afgelegd. (…)” Datzelfde geldt voor verklaringen die tegen een arts zijn afgelegd. Ook die kunnen niet zonder meer aan eiser worden tegengeworpen. Een medisch dossier is niet bedoeld voor het noteren van een asielrelaas. Voor het vertellen van een verhaal tegen een arts gelden ook niet de waarborgen die gelden voor het verklaren over de reden van een asielaanvraag bij de IND, zoals het gebruik kunnen maken van een registertolk, het kunnen indienen van correcties en aanvullingen en de mogelijkheid om bezwaar te maken.