Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam 1] eiseres
[naam 2] en [naam 3],
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Beslissing
Overwegingen
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 november 2022 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om haar asielaanvraag niet in behandeling te nemen. De staatssecretaris stelde dat Zweden verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van eiseres. Eiseres, bijgestaan door haar gemachtigde, heeft aangevoerd dat zij vreest voor indirect refoulement, omdat er een evident en fundamenteel verschil zou zijn tussen het beschermingsbeleid voor Somaliërs in Nederland en Zweden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er nog geen beslissing is genomen op het verzoek om internationale bescherming van eiseres in Zweden. Eiseres heeft niet voldoende concrete aanknopingspunten aangedragen om aan te tonen dat het beschermingsbeleid in Zweden fundamenteel verschilt van dat in Nederland. De rechtbank oordeelt dat de percentages van inwilligingen van asielaanvragen in beide landen niet voldoende zijn om te concluderen dat eiseres in Zweden geen bescherming zou krijgen.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en benadrukt dat het aan eiseres is om toestemming te geven voor het verstrekken van medische dossiers van haar kinderen in het kader van de geplande overdracht. De rechtbank concludeert dat de medische voorzieningen in Zweden vergelijkbaar zijn met die in Nederland en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een andere beslissing rechtvaardigen.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Eiseres kan binnen een week na bekendmaking van het proces-verbaal hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.