ECLI:NL:RBDHA:2022:12468

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 oktober 2022
Publicatiedatum
23 november 2022
Zaaknummer
C/09/633581/ KG ZA 22/726
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verbod uitvoering gunningsvoornemen in aanbestedingsprocedure ICT-professionals

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 oktober 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen CIMSolutions B.V. en de Staat der Nederlanden, waarbij CIMSolutions vorderde om de Staat te verbieden de opdracht voor de tijdelijke inzet van ICT-professionals definitief te gunnen. De aanleiding voor de vordering was een vermeende schending van het gelijkheidsbeginsel tijdens de aanbestedingsprocedure. CIMSolutions stelde dat zij benadeeld was doordat zij minder tijd had om haar uitwerking van de casus te voltooien in vergelijking met andere inschrijvers, als gevolg van een technische storing in de communicatie van de aanbestedende dienst. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen sprake was van schending van het transparantiebeginsel en dat de tijdsverschillen niet hadden geleid tot een verstoring van de mededinging. De vorderingen van CIMSolutions werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van de Staat en de tussenkomende partijen. De uitspraak benadrukt het belang van gelijke behandeling en transparantie in aanbestedingsprocedures.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team Handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/633581/ KG ZA 22/726
Vonnis in kort geding van 7 oktober 2022
in de zaak van
CIMSOLUTIONS B.V.te Vianen,
eiser,
advocaten mrs. G.W.A. van de Meent en M.G.A.M. Custers te Amsterdam,
tegen:
DE STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en Ministerie van Defensie)te Den Haag,
gedaagde,
advocaat mr. A.L.M. de Graaf te Den Haag,
waarin zijn tussengekomen:
HERO INTERIM PROFESSIONALS B.V.,te Wognum,
advocaat mr. S.C. Brackmann te Rotterdam,
en
NEED STAFFING IT B.V., te Rijswijk
advocaat mr. O. Heuverling te Rotterdam,
en
NEDERLANDS CENTUM VOOR INTERIM-MANAGEMENT B.V.,te Amsterdam,
advocaat mr. B.O. Eschweiler te Amsterdam
Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘CIMSolutions’, ‘de Staat’, ‘Hero’, ‘Need Staffing’ en ‘NCIM’.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties;
- de incidentele conclusie tot tussenkomst subsidiair voeging van Hero;
- de incidentele conclusie tot tussenkomst subsidiair voeging van Need Staffing;
- de incidentele conclusie tot tussenkomst subsidiair voeging van NCIM;
- de conclusie van antwoord van de Staat, met producties;
- de op 22 september 2022 gehouden mondelinge behandeling, waarbij door CIMSolutions, Need Staffing en NCIM pleitnotities zijn overgelegd.
1.2.
Ter zitting is vonnis bepaald op 6 oktober 2022, en uiteindelijk is vonnis bepaald op heden.

2.Het incident tot tussenkomst

2.1.
Hero, Need Staffing en NCIM hebben gevorderd te mogen tussenkomen in de procedure tussen CIMSolutions en de Staat dan wel zich te mogen voegen aan de zijde van de Staat. Ter zitting hebben CIMSolutions en de Staat verklaard geen bezwaar te hebben tegen de tussenkomst. Hero, Need Staffing en NCIM zijn vervolgens toegelaten als tussenkomende partijen, aangezien zij aannemelijk hebben gemaakt dat zij daarbij voldoende belang hebben. Voorts is niet gebleken dat de tussenkomst aan een voortvarende afdoening van dit kort geding in de weg staat. Hierdoor ontstaat er ook geen strijd met de goede procesorde in het algemeen.

3.De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
3.1.
De Staat heeft op 25 februari 2022 door middel van een “Aankondiging van een opdracht” een Europese openbare aanbesteding aangekondigd voor de tijdelijke inzet van ICT-professionals ten behoeve van het ministerie van Defensie. Doel van de aanbesteding is het sluiten van zeven raamovereenkomsten. Tijdens de looptijd van de raamovereenkomsten zal het ministerie van Defensie als behoefte bestaat aan inzet van ICT professionals een Aanvraag opstellen. De raamcontractanten moeten dan een Nadere Offerte indienen waarin zij één of meerdere kandidaten voorstellen. Een succesvolle plaatsing van een aangeboden kandidaat leidt tot sluiting van een nadere Overeenkomst tussen het ministerie van Defensie en de raamcontractant. Met de zeven inschrijvers die het hoogst hebben gescoord wordt een raamovereenkomst aangegaan.
3.2.
In het Aanbestedingsdocument, dat op dezelfde datum is gepubliceerd, staat onder meer dat de aanbestedingsprocedure een “Proeve van bekwaamheid” zal omvatten. Deze Proeve zal volgens een tijdschema op pagina 6 van het Aanbestedingsdocument op 11 mei 2022 om 9.00 uur aanvangen met het verstreken van de opdracht aan de inschrijvers, waarna op 12 mei 15.00 uur de termijn voor het indienen van antwoorden eindigt.
3.3.
Op pagina 26 en 27 van het Aanbestedingsdocument wordt de volgende toelichting op de Proeve van Bekwaamheid gegeven (inclusief de na de Nota’s van Inlichtingen aangebrachte wijzigingen):
Kwaliteitsvraag 4: Proeve van Bekwaamheid – Werving en Selectie
Achtergrond
Deelnemer wil kandidaten aangeboden krijgen die het beste passen op de Aanvraag. Deelnemer wil daartoe de kwaliteiten van het team van de inschrijver dat de gevraagde dienstverlening gaat leveren, beoordelen aan de hand van een casus.
Doelstelling
Het aangeboden krijgen van geschikte, best-passende Kandidaten, die in aanmerking zouden kunnen komen voor een selectiegesprek.
Vraagstelling
Inschrijver ontvangt op de dag van de proeve van het IUC-EZK de volgende documenten:
 Een Aanvraag met eventueel een bijlage (zie bijlage 11 ‘Model Aanvraagformulier Inhuur ICT’)
 Een standaard antwoordformulier
Inschrijver mag vragen stellen aan deelnemer. De vragen worden uiterlijk de volgende dag beantwoord. De vragen en antwoorden worden elektronisch uitgewisseld.
Inschrijver beschrijft vervolgens zijn bevindingen zodat hij laat zien de casus te doorgronden (maximaal drie (3) A4) Daarnaast biedt inschrijver zes
anoniemecv’s aan voor de invulling van een multidisciplinair team, waarvan inschrijver denkt dat deze de zes best passende cv’s zijn. Inschrijver licht de keuzes van de cv’s op basis van de casus toe. Tenslotte levert inschrijver in een apart document de namen en telefoonnummers van de door hem aangeboden kandidaten in. De kandidaten behoeven
nietdaadwerkelijk
beschikbaarte zijn of op gesprek te komen.
Vragen
stellen
Zie standaard vragenformulier (bijlage die wordt verstrekt op de dag van de Proeve)
Aanvraag
Zie Aanvraag (bijlage die wordt verstrekt op de dag van de Proeve)
Standaard antwoord
Zie standaard vragenformulier (bijlage die wordt verstrekt op de dag van de Proeve)
Kwaliteitsvraag 4: Proeve van Bekwaamheid – Werving en Selectie
Overige relevante informatie
De proeve van bekwaamheid wordt afgelegd op een locatie van inschrijver. Op 11 mei 2022 om en nabij 09.00 uur ontvangt inschrijver van IUC-EZK via de berichtenmodule van TenderNed de casus en het exclusief te gebruiken antwoordformulier voor zijn uitwerking.
Bij de inschrijvingdienen de namen van de personen die het team vormen dat de proeve van bekwaamheid heeft uitgevoerd te worden vermeld. De daadwerkelijke proeve van bekwaamheid hoeft uiteraard niet voor de sluitingsdatum van de inschrijving te worden toegevoegd.
Zie ook bijlage 21b ‘Reglement Proeve van Bekwaamheid -Werving en Selectie versie 2’
3.4.
Op pagina 39 van het Aanbestedingsdocument staat, onder paragraaf 4.3.7, over de Proeve van bekwaamheid onder meer:

Wordt de casus eerder dan gepland verzonden, waardoor u meer dan dertig uur tot de hier genoemde eindtijd heeft, dan blijft de eindtijd onveranderd. Wordt de casus later dan gepland verzonden waardoor u minder dan dertig uur tot de hier genoemde eindtijd heeft, dan wordt een nieuwe eindtijd vastgesteld, waarover u wordt bericht. Uw uitwerking kunt u doen op (een) door uzelf te kiezen locatie(s) en u mag iedereen in en buiten uw organisatie raadplegen, met uitzondering van medewerkers van Deelnemers
3.5.
Bij het Aanbestedingsdocument behoort een bijlage 21b, Reglement Proeve van Bekwaamheid- Werving en Selectie versie 2. Dit reglement bevat onder meer de volgende bepalingen

7) Alle inschrijvers krijgen vooraf van de begeleiders dezelfde documenten voor de proeve (documenten) toegestuurd: een gefingeerde Aanvraag met eventuele bijlagen, een standaard vragenformulier en een standaard antwoordformulier. Een inschrijver krijgt alleen de antwoorden op de door hem gestelde vragen.
8) (…)
9) (…)
10) Het IUC-EZK kan de documenten voor de proeve enkele minuten eerder versturen dan 9.00 uur. In dat geval blijven alle overige tijdstippen als genoemd in § 2.11 gehandhaafd.
11) Als het IUC-EZK in de berichtenmodule van TenderNed constateert dat het bericht met de documenten ná 9:00 uur verstuurd is, zal het IUC-EZK in een nieuw bericht aan die inschrijver een nieuw tijdschema geven
12) Als de berichtenmodule van TenderNed tijdens de Proeve van Bekwaamheid niet beschikbaar is (in storing is of onderhoud), zal het IUC-EZK met inschrijver communiceren via e-mail, waarbij het e-mailadres dat inschrijver op het UEA vermeld heeft, gebruikt zal worden.”
3.6.
Aan de aanbesteding hebben zestien partijen deelgenomen, waaronder
CIMSolutions, Hero, Need Staffing en NCIM.
3.7.
De Proeve van Bekwaamheid kon niet op de vooraf vastgestelde wijze worden uitgevoerd. Op 11 mei 2022 hebben alle deelnemers de casus gekregen. Op die dag hebben zij ook hun vragen kunnen stellen. Op 12 mei 2022 heeft het Inkoop Uitvoering Centrum van het ministerie van Economische Zaken (IUC-EZK) rond 9.00 uur aan de deelnemers bericht dat het niet mogelijk was alle gestelde vragen op dat moment (het in de stukken genoemde tijdstip) te beantwoorden. De beantwoording werd opgeschoven naar 10.00 uur die dag. In verband daarmee werd de tijd voor inlevering van de uitwerking van de casus voor alle inschrijvers met een uur verzet naar 16.00 uur die dag.
3.8.
Op 12 mei 2022 is door IUC-EZK rond 10.00 uur begonnen met het verzenden van de antwoorden aan de deelnemers. De antwoorden aan CIMSolutions zijn om 9:57 verzonden. Abusievelijk werd echter een leeg antwoordblad aan CIMSolutions verzonden. Dit is direct door CIMSolutions aan IUC-EZK gemeld.
3.9.
Om 9.58 uur ontstond een storing in de berichtenmodule van TenderNed. Tijdens die storing was via TenderNed geen communicatie tussen IUC-EZK en de inschrijvers mogelijk. Tegelijkertijd trad een storing in het e-mailverkeer van IUC-EZK, waardoor ook op die manier geen berichten aan de inschrijvers kon worden gezonden. Op het moment dat deze storingen ontstonden was, naast het lege antwoordblad aan CIMSolutions, aan negen inschrijvers de beantwoording van hun vragen verzonden.
3.10.
Om 10.51 uur functioneerde TenderNed weer. IUC-EZK heeft toen aan alle inschrijvers laten weten dat het uiterste tijdstip voor indiening van de antwoorden was verzet naar 17.00 uur die dag. Direct daarna heeft IUC-EZK aan CIMSolutions de juiste reactie op haar vragen gestuurd en ook de beantwoording verzonden aan de zes inschrijvers aan wie dat vanwege de storingen eerder niet mogelijk was.
3.11.
Op 12 juli 2022 is de gunningsbeslissing bekend gemaakt. Daarin is vermeld dat CIMSolutions eindigde als achtste en daardoor niet in aanmerking voor gunning komt. NCIM, Hero en Need Staffing zijn respectievelijk als tweede, vierde en zevende geëindigd en aan hen is bericht dat zij wel voor gunning in aanmerking komen.

4.Het geschil

4.1.
CIMSolutions vordert – zakelijk weergegeven – dat het de Staat wordt verboden de opdracht definitief te gunnen, en wordt geboden een nieuwe Proeve van Bekwaamheid uit te schrijven en de scores van die nieuwe Proeve van Bekwaamheid te gebruiken voor het maken van een nieuwe gunningsbeslissing, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom.
4.2.
Daartoe voert CIMSolutions – samengevat – het volgende aan. Het gelijkheidsbeginsel verplicht een aanbestedende dienst alle inschrijvers dezelfde kans te bieden. Dat beginsel is niet nageleefd, omdat CIMSolutions en zes andere inschrijvers zes uur de tijd hebben gehad om op basis van de beantwoording van de door hen gestelde vragen de uitwerking van de casus te voltooien, terwijl negen andere inschrijvers daarvoor zeven uur de tijd hebben gehad. Er is derhalve geen sprake van een gelijk speelveld voor alle deelnemers. Ook het transparantiebeginsel is geschonden, omdat in strijd is gehandeld met de regels uit het Aanbestedingsdocument. Punt 11 van het Reglement Proeve van Bekwaamheid bepaalt immers dat bij vertraging van de verzending, de betreffende inschrijver een nieuw tijdschema zal ontvangen. In dit geval hebben echter alle inschrijvers, ook degenen die niet door de vertraging werden getroffen, een nieuw tijdschema ontvangen.
CIMSolutions stelt dat zij door de schending van deze beginselen is benadeeld. Een van haar vragen betrof voor welk warehousemanagementsysteem de voor te dragen kandidaten de vereiste kwalificaties dienden te hebben. Pas na ontvangst van het antwoord op die vraag kon op zoek worden gegaan naar die personen. Door de gang van zaken heeft CIMSolutions een uur minder de tijd gehad om passende kandidaten te vinden. CIMSolutions acht het aannemelijk dat zij bij een correcte uitvoering van de aanbesteding een verhoudingsgewijs beter resultaat zou hebben geboekt en daarmee wel bij de zeven beste inschrijvers zou zijn geëindigd.
4.3.
De Staat, NCIM, Hero en Need Staffing voeren verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.
4.4.
NCIM, Hero en Need Staffing vorderen bij wijze van tussenkomst – zakelijk weergegeven – dat de vorderingen van CIMSolutions zullen worden afgewezen en de Staat zal worden veroordeeld uitvoering te geven aan de op 12 juli 2022 bekendgemaakte gunnningsbeslissing.
4.5.
Verkort weergegeven stellen NCIM, Hero en Need Staffing daartoe dat zij er belang bij hebben dat de opdracht definitief aan hen gegund wordt en dat zij daarom belang hebben bij afwijzing van de vorderingen van CIMSolutions, nu de definitieve gunning daardoor in gevaar kan komen.
4.6.
Voor zover nodig zullen de standpunten van CIMSolutions en de Staat met betrekking tot de vorderingen van NCIM, Hero en Need Staffing hierna worden besproken.

5.De beoordeling van het geschil

5.1.
De voorzieningenrechter stelt bij de beoordeling het volgende voorop. Een aanbestedende dienst moet het beginsel van gelijke behandeling van inschrijvers respecteren. Dit beginsel verplicht tot transparantie, opdat de naleving ervan kan worden gecontroleerd. Het beginsel van gelijke behandeling van de inschrijvers strekt ertoe de ontwikkeling van een gezonde en daadwerkelijke mededinging tussen de aan de aanbestedingsprocedure voor een overheidsopdracht deelnemende ondernemingen te bevorderen, en vereist dat alle inschrijvers bij het opstellen van het in hun offertes gedane voorstel dezelfde kansen krijgen: voor alle mededingers moeten dezelfde voorwaarden gelden. Het transparantiebeginsel strekt, in samenhang daarmee, ertoe te waarborgen dat elk risico van favoritisme en willekeur door de aanbestedende dienst wordt uitgebannen en impliceert dat alle voorwaarden en modaliteiten van de gunningsprocedure in het aanbestedingsbericht of in het bestek worden geformuleerd op een duidelijke, precieze en ondubbelzinnige wijze opdat enerzijds alle behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijvers de juiste draagwijdte kunnen begrijpen en deze op dezelfde manier interpreteren, en anderzijds de aanbestedende dienst in staat is om metterdaad na te gaan of de offertes van de inschrijvers beantwoorden aan de criteria die op de betrokken opdracht van toepassing zijn. Een en ander brengt niet alleen mee dat alle aanbieders gelijk worden behandeld, maar ook dat zij, mede met het oog op een goede controle achteraf, in gelijke mate een duidelijk inzicht moeten hebben in de voorwaarden waaronder de aanbesteding plaatsheeft, zoals de selectiecriteria (zie onder andere Hof van Justitie van de Europese Unie 29 april 2004, C-496/99 en Hoge Raad 7 december 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW9231).
5.2.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is geen sprake van schending van het transparantiebeginsel. Er is geen sprake van afwijking van de in de Aanbestedingsdocumenten opgenomen regels. Anders dan CIMSolutions stelt, verplicht punt 11 van het Reglement Proeve van Bekwaamheid de Staat niet om, bij vertraging bij de verzending van antwoorden op gestelde vragen, uitsluitend de inschrijvers die nadeel van de vertraging hebben ondervonden een nieuw tijdschema te verstrekken, toegesneden op de mate van vertraging die de betreffende inschrijver had ervaren. De onder punt 11 van het Reglement Proeve van Bekwaamheid gebruikte term “documenten” verwijst terug naar wat onder punt 7 van dat Reglement staat. Onder punt 7 wordt de term “documenten” gebruikt in een volzin waarin die documenten worden omschreven als “dezelfde documenten” die “[a]lle inschrijvers vooraf van de begeleiders [krijgen] toegestuurd’. Dan worden opgesomd “een gefingeerde Aanvraag met eventuele bijlagen, een standaard vragenformulier en een standaard antwoordformulier”.
Het woord “vooraf” duidt erop dat het hier gaat om documenten die voor de start van de Proeve van Bekwaamheid worden verstrekt. Dit geldt niet voor de beantwoording van de vragen die pas na de start van de Proeve gesteld konden worden. Ook kunnen die antwoorden niet beschouwd worden als “dezelfde documenten”, omdat de inhoud afhankelijk is van de gestelde vragen. Ook was vooraf niet zeker is of “alle” inschrijvers aanvullende vragen zouden stellen. Het Reglement maakt dit ook duidelijk door in een aparte zin te vermelden dat een inschrijver alleen antwoord krijgt op door hem (eventueel) gestelde vragen. Door dit in een aparte zin te benoemen, na een daarvoor gegeven opsomming, wordt duidelijk dat de beantwoording geen deel uitmaakt van die opsomming.
Verder gaat het onder punt 11 van het Reglement over “het bericht” (enkelvoud) met “de documenten” (meervoud). Dit kan alleen op het voor de aanvang van de Proeve te verzenden bericht slaan, aangezien daarin meerdere documenten worden verstuurd. Het Reglement vormt daarnaast een uitwerking van wat onder § 2.11 van het Aanbestedingsdocument is opgenomen. In die paragraaf wordt de term “documenten” ook gebruikt, en ziet daar op met bulletpoints opgesomde stukken, die bij het begin van de Proeve worden verstrekt. Ook daar wordt vervolgens na die opsomming apart de beantwoording van na de aanvang van de Proeve gestelde vragen benoemd, die dus niet behoren bij de “documenten” waarover het daarvoor gaat.
5.3.
De conclusie is dat voor de situatie die zich heeft voorgedaan (de onmogelijkheid om alle inschrijvers op een vergelijkbaar moment de beantwoording van hun vragen te verstrekken doordat niet alleen Tenderdenet niet werkte maar ook het e-mailverkeer van de Staat niet functioneerde)) geen regeling in de aanbestedingsstukken is opgenomen. De Staat had derhalve de mogelijkheid en geen andere optie dan om zelf een oplossing hiervoor te kiezen. Niet in geschil is dat de in dit geval door de Staat gekozen oplossing ertoe heeft geleid dat de tijd die de inschrijvers konden gebruiken om de verkregen beantwoording mee te nemen in de door hun op te stellen uitwerking van de casus, ongelijk werd. De volledig beschikbare tijd voor alle inschrijvers is echter wel gelijk gebleven.
5.4.
De vervolgens te beantwoorden vraag is of de geconstateerde ongelijkheid daadwerkelijk heeft geleid tot verstoring van de mededinging. Daarvoor is noodzakelijk dat CIMSolutions aannemelijk maakt dat zij daadwerkelijk nadeel van de ongelijkheid heeft ondervonden.
5.5.
In haar dagvaarding heeft CIMSolutions er voornamelijk op gewezen dat haar uitwerking van de casus minder goed is beoordeeld omdat zij door tijdgebrek hieraan niet de vereiste zorgvuldigheid heeft kunnen besteden. Hiertegen is naar het oordeel van de voorzieningenrechter terecht ingebracht dat CIMSolutions na ontvangst van de beantwoording van haar vragen zes uur de tijd gehad heeft voor het voltooien van haar uitwerking van de casus, wat evenveel is als vooraf was aangegeven. De door de Staat gekozen oplossing voor het omgaan met de technische storing in TenderNed in combinatie met de storing in het e-mailverkeer kan derhalve niet als oorzaak van het tijdgebrek bij CIMSolutions worden beschouwd.
5.6.
Door de Staat is verder aangevoerd dat CIMSolutions een lagere score heeft behaald omdat zij een casusvraag, waarop de aanvullend verkregen informatie geen betrekking had, niet heeft beantwoord. CIMSolutions heeft ontkend dat zij een vraag niet heeft beantwoord, maar, omdat zij de beoordeling als zodanig niet ter discussie wilde stellen, deze ontkenning niet verder onderbouwd.
5.7.
Ter terechtzitting heeft CIMSolutions er nog op gewezen dat één van haar vragen betrekking had op het warehousemanagementsysteem waarvoor in de Proeve de kandidaten werden gevraagd. Volgens CIMSolutions kon zij pas nadat zij het antwoord op die vraag had ontvangen op zoek gaan naar geschikte kandidaten. Omdat specialisten in het betreffende systeem gericht gezocht moeten worden, heeft het feit dat zij een uur korter dan een aantal andere inschrijvers kon zoeken (terwijl zij ook pas een uur later dan dezelfde groep inschrijvers kon starten met zoeken) haar benadeeld. Door de Staat en de tussenkomende partijen is evenwel terecht aangevoerd dat uit de aanbestedingsdocumenten blijkt dat gewerkt moest kunnen worden met “beproefde en bewezen technieken”. Onweersproken is dat er wereldwijd slechts drie relevante leveranciers zijn met een systeem dat aan deze kwalificatie beantwoordt. Ook de andere inschrijvers dienden derhalve de checkvraag te stellen om welk systeem het ging, maar dat heeft hen, naar zij aanvoeren, er niet van weerhouden om, voordat zekerheid was gegeven over welk systeem in de casus werd gebruikt, om voor elk van die systemen alvast kandidaten te zoeken. Nadat uit de het door de aanbestedende dienst verstrekte antwoordblad was gebleken om welk systeem het ging, kon, uitgaande van de al geselecteerde specialisten, een definitieve selectie worden gemaakt. Omdat in het Aanbestedingsdocument staat dat de kandidaten in het kader van de Proeve niet daadwerkelijk beschikbaar behoeven te zijn of op gesprek te komen, gaat het argument van CIMSolutions dat zij is benadeeld dat andere inschrijvers al een uur lang bezig waren om kandidaten exclusief aan zich te binden voordat CIMSolutions daarvoor de gelegenheid kreeg niet op. Als CIMSolutions, zoals zij op sommige momenten ter terechtzitting heeft betoogd, pas na ontvangst van de beantwoording van haar vragen, is gestart met het proces van zoeken en selecteren van specialisten, is dit een gevolg van een door haarzelf gekozen strategie, en kan de beperking die zij bij het uitvoeren daarvan heeft ondervonden niet als een gevolg van de door de Staat gekozen aanpassing van het aanbestedingsproces worden beschouwd.
5.8.
Bij de beoordeling van de vraag of voldoende aannemelijk is dat CIMSolutions daadwerkelijk benadeeld is, weegt de voorzieningenrechter voorts nog mee dat op de scoringstabel die naar aanleiding van de aanbesteding is gemaakt, geen correlatie zichtbaar is tussen het moment van ontvangst van de beantwoording op de gestelde vragen en de positie op de tabel. Partijen die later dan CIMSolutions de beantwoording op de gestelde vragen hebben ontvangen, hebben een hogere score behaald.
5.9.
Op basis van het voorgaande acht de voorzieningenrechter onvoldoende aannemelijk dat CIMSolutions daadwerkelijk is benadeeld door het feit dat zij een uur korter dan een aantal andere inschrijvers de tijd heeft gehad om de beantwoording van de door haar gestelde vragen mee te nemen in de door haar op te stellen uitwerking van de casus. Dit betekent dat de vorderingen van CIMSolutions niet voor toewijzing in aanmerking komen.
5.10.
Nu de Staat voornemens is de opdracht ook definitief te gunnen volgens haar eerder bekend gemaakte voornemen, brengt voormelde beslissing mee dat NCIM, Hero en Need Staffing geen belang (meer) hebben bij toewijzing van hun vorderingen, zodat deze worden afgewezen. NCIM, Hero en Need Staffing zullen , als de ten opzichte van Staat in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van de Staat, welke kosten worden begroot op nihil, nu niet is gebleken dat de Staat als gevolg van deze vorderingen extra kosten heeft moeten maken. Ondanks de afwijzing van de vordering jegens de Staat, moet CIMSolutions in haar verhouding tot NCIM, Hero en Need Staffing worden aangemerkt als de in het ongelijk gestelde partij. Het doel van NCIM, Hero en Need Staffing was immers te voorkomen dat de vorderingen van CIMSolutions zouden worden toegewezen, welk doel is bereikt. CIMSolutions zal dan ook worden veroordeeld in de proceskosten van NCIM, Hero en Need Staffing. Voorts zal CIMSolutions, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van de Staat. De door de Staat, Hero en Need Staffing gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen als hierna weergegeven.
Voor de door Need Staffing en Hero gevorderde veroordeling van CIMSolutions in de nakosten bestaat geen grond, nu de kostenveroordeling ook voor deze nakosten een executoriale titel oplevert (vgl. HR 19 maart 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL1116, NJ 2011/237).

6.De beslissing

De voorzieningenrechter:
6.1.
wijst de vorderingen af;
6.2.
veroordeelt CIMSolutions in de kosten van dit geding, tot dusver aan de zijde van de Staat en van NCIM, Hero en Need Staffing telkens begroot op € 1.692,--, waarvan € 1.016,-- aan salaris advocaat en € 676,-- aan griffierecht;
6.3.
bepaalt dat de aan de Staat, Hero en Need Staffing verschuldigde proceskosten dienen te worden voldaan binnen veertien dagen na de dagtekening van dit vonnis en dat - bij gebreke daarvan - daarover de wettelijke rente verschuldigd is;
6.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.F. Hesselink en in het openbaar uitgesproken op 7 oktober 2022.
[JWR]