Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 3 mei 2021, met producties;
- de conclusie van antwoord;
- het tussenvonnis van 13 april 2022, waarin een mondelinge behandeling is gelast.
Rechtbank Den Haag
In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Den Haag op 23 november 2022 uitspraak gedaan in de zaak tussen Super.Natural Europe AG en een gedaagde, die als indirect bestuurder van IWA B.V. wordt aangesproken. De eiseres, Super.Natural, vorderde schadevergoeding van de gedaagde wegens onrechtmatig handelen. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde persoonlijk ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door als indirect bestuurder van IWA B.V. onrechtmatig te handelen jegens Super.Natural. De rechtbank stelde vast dat IWA B.V. goederen had verduisterd en dat de gedaagde, door zelf facturen te versturen aan Bever Sport, in strijd met de gemaakte afspraken heeft gehandeld. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde aansprakelijk is voor de door IWA B.V. ten onrechte aan Bever Sport gefactureerde bedragen en veroordeelde hem tot betaling van deze bedragen aan Super.Natural. Daarnaast werden buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente toegewezen. De rechtbank verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad en veroordeelde de gedaagde in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de aansprakelijkheid van indirect bestuurders op basis van artikel 2:11 BW en de noodzaak van een goede procesorde.