ECLI:NL:RBDHA:2022:12572

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 november 2022
Publicatiedatum
24 november 2022
Zaaknummer
C/09/613757 / HA ZA 21-557
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van indirect bestuurder op basis van artikel 2:11 BW in een civiele procedure

In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Den Haag op 23 november 2022 uitspraak gedaan in de zaak tussen Super.Natural Europe AG en een gedaagde, die als indirect bestuurder van IWA B.V. wordt aangesproken. De eiseres, Super.Natural, vorderde schadevergoeding van de gedaagde wegens onrechtmatig handelen. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde persoonlijk ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door als indirect bestuurder van IWA B.V. onrechtmatig te handelen jegens Super.Natural. De rechtbank stelde vast dat IWA B.V. goederen had verduisterd en dat de gedaagde, door zelf facturen te versturen aan Bever Sport, in strijd met de gemaakte afspraken heeft gehandeld. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde aansprakelijk is voor de door IWA B.V. ten onrechte aan Bever Sport gefactureerde bedragen en veroordeelde hem tot betaling van deze bedragen aan Super.Natural. Daarnaast werden buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente toegewezen. De rechtbank verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad en veroordeelde de gedaagde in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de aansprakelijkheid van indirect bestuurders op basis van artikel 2:11 BW en de noodzaak van een goede procesorde.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/613757 / HA ZA 21-557
Vonnis van 23 november 2022
in de zaak van
SUPER.NATURAL EUROPE AG, te Rotkreuz , Zwitserland,
eiseres,
advocaat mr. C.M. Koevoet te Rotterdam,
tegen
[gedaagde], te [plaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam.
Partijen worden hierna Super . Natural en [gedaagde] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 3 mei 2021, met producties;
  • de conclusie van antwoord;
  • het tussenvonnis van 13 april 2022, waarin een mondelinge behandeling is gelast.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 14 oktober 2022. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat tijdens de zitting is besproken. Die aantekeningen zijn toegevoegd aan het griffiedossier. Na de mondelinge behandeling hebben partijen geprobeerd tot een minnelijke regeling te komen. Dat is niet gelukt.
1.3.
Vervolgens is bepaald dat vonnis zal worden gewezen.

2.De beoordeling

2.1.
Super . Natural vordert schadevergoeding van [gedaagde] omdat hij als (indirect) bestuurder van [naam 1] B.V. (hierna: IWA ) onrechtmatig heeft gehandeld jegens Super . Natural . IWA is per 1 april 2021 opgehouden te bestaan wegens gebrek aan baten.
Bevoegdheid rechtbank
2.2.
De rechtbank is op grond van artikel 4 van de herschikte Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (hierna: Brussel 1-bis) bevoegd van de vordering van Super . Natural kennis te nemen.
Vorderingen Super . Natural
2.3.
Super . Natural maakt haar bedrijf van het onder haar merk 'super.natural' / ' SN ' verkopen van kleding en accessoires, met daarbij een stevig accent op outdoor activiteiten.
In eerste instantie was IWA distributeur van Super . Natural in Nederland . Daarbij hoorde dat Super . Natural goederen leverde aan IWA en deze aan IWA factureerde en dat IWA op haar beurt leverde aan de detailhandel en deze ook factureerde. Super . Natural stelt dat op enig moment IWA agent is geworden van Super . Natural . Daarbij hoorde dat Super . Natural zelf goederen leverde aan de detailhandel en deze zelf factureerde en dat IWA een commissie ontving van Super . Natural .
2.4.
In 2017 zijn goederen die Super . Natural had verkocht en voor een bedrag van € 19.990,69 had gefactureerd aan Bever Sport niet bij Bever Sport terecht gekomen. Volgens Super . Natural heeft IWA de goederen verduisterd.
Verder heeft IWA in 2018 twee keer zelf ten onrechte door Super . Natural aan Bever Sport geleverde goederen aan Bever Sport gefactureerd. Het betreft een factuur voor een bedrag van € 45.244,45 en een factuur voor een bedrag van € 32.274,43. Daarbij heeft IWA Bever Sport gevraagd de facturen van IWA snel te betalen en Bever Sport heeft dit gedaan. Vervolgens heeft IWA de ontvangen bedragen niet aan Super . Natural betaald. Het ging om goederen waarvoor Super . Natural aan IWA had gevraagd deze te labelen en door te sturen naar Bever Sport.
Toepasselijk recht
2.5.
De vordering van Super . Natural is een vordering uit onrechtmatige daad. Het toepasselijk recht moet worden bepaald aan de hand van de verwijzingsregels van Verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen (hierna: de Rome II Verordening). Artikel 4 lid 1 van deze verordening houdt in dat, tenzij in de verordening anders is bepaald, het recht dat van toepassing is op een onrechtmatige daad het recht is van het land waar de schade zich voordoet, ongeacht in welk land de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan en ongeacht in welke landen de indirecte gevolgen van die gebeurtenis zich voordoen. Artikel 4 lid 3 van de Rome II verordening bepaalt onder meer dat, indien uit het geheel der omstandigheden blijkt dat de onrechtmatige daad een kennelijk nauwere band heeft met een ander dan het in lid 1 bedoelde land, het recht van dat andere land van toepassing is.
2.6.
Naar het oordeel van de rechtbank geldt in dit geval dat, zo al niet moet worden aangenomen dat Super . Natural de gestelde schade als gevolg van de factuurfraude in Nederland heeft geleden, de onrechtmatige daad in elk geval de nauwste band heeft met Nederland. Het gaat om leveranties van Super . Natural in Nederland waardoor Super . Natural de schade ook in de Nederlandse markt heeft geleden. De rechtbank zal de vorderingen van Super . Natural dan ook naar Nederlands recht beoordelen.
Is Super . Natural ontvankelijk?
2.7.
[gedaagde] heeft in de conclusie van antwoord zijn verweer beperkt tot de stelling dat niet hij maar [naam 2] B.V. (hierna: [naam 2] ) de bestuurder was van IWA en dat die vennootschap geen partij is bij deze procedure en dat daarom de vordering van Super . Natural niet kan slagen.
Het klopt dat [gedaagde] bestuurder was van [naam 2] en dat [naam 2] op haar beurt bestuurder was van IWA . Artikel 2:11 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) bepaalt dat de aansprakelijkheid van een rechtspersoon als bestuurder van een andere rechtspersoon tevens hoofdelijk rust op ieder die ten tijde van het ontstaan van de aansprakelijkheid van de rechtspersoon daarvan bestuurder is. Dit betekent dat als komt vast te staan dat [naam 2] als bestuurder van IWA aansprakelijk is jegens Super . Natural , [gedaagde] ook aansprakelijk is tenzij hij zich kan disculperen.
2.8.
In deze procedure is alleen [gedaagde] gedagvaard, maar dat betekent niet dat niet kan worden geoordeeld over de bestuurdersaansprakelijkheid. [gedaagde] is de eerste natuurlijke persoon in de keten van bestuurders van IWA . De rechtbank zal het feitelijk handelen van [gedaagde] beoordelen. Als ten aanzien van dat als gedraging van [naam 2] aan te merken handelen kan worden geoordeeld dat het jegens Super . Natural onrechtmatig is en persoonlijk ernstig verwijtbaar, dan staat daarmee in deze procedure de aansprakelijkheid van [gedaagde] als indirect bestuurder van IWA vast.
Proceshouding [gedaagde]
2.9.
heeft in de conclusie van antwoord geen verweer gevoerd tegen de feitelijke stellingen opgenomen in de dagvaarding, die Super . Natural aan haar vorderingen uit onrechtmatige daad jegens [gedaagde] ten grondslag heeft gelegd. Pas tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] voor het eerst aangevoerd dat deze feitelijke stellingen niet juist zijn: de relatie tussen Super . Natural en IWA is nooit veranderd van een distributierelatie in een agentschap. Het klopt dat IWA zelf facturen aan Bever Sport heeft gestuurd, maar dat mocht ze als distributeur. De van Bever Sport ontvangen gelden heeft IWA aan Super . Natural betaald, maar zonder vermelding van een factuurnummer, omdat IWA nooit een juiste factuur van Super . Natural had ontvangen. Ze kreeg van Super . Natural niet de juiste facturen – ze wilde een factuur aan IWA en niet een factuur aan Bever Sport – en daarom heeft ze het geld zonder vermelding van een factuurnummer overgemaakt.
2.10.
Desgevraagd heeft de advocaat van [gedaagde] meegedeeld dat om proceseconomische redenen ervoor was gekozen om in de conclusie van antwoord geen inhoudelijk verweer te voeren, maar het verweer te beperken tot de stelling dat Super.Natural [naam 2] had moeten aanspreken en niet [gedaagde] .
Super . Natural heeft zich tegen deze gang van zaken verzet en wil zonder nadere stukkenwisseling vonnis. Doordat [gedaagde] pas tijdens de zitting met haar inhoudelijke verweer komt, kan zij hierop niet adequaat reageren. Zo kan zij niet meteen ter zitting adequaat reageren op de stelling dat de distributierelatie nooit is gewijzigd en kan zij evenmin controleren of IWA daadwerkelijk de van Bever Sport ontvangen bedragen aan Super . Natural heeft betaald en zo ja, hoe Super . Natural deze bedragen in haar administratie heeft verwerkt.
2.11.
De rechtbank heeft [gedaagde] tijdens de mondelinge behandeling toegestaan om zijn stellingen nader toe te lichten, opdat het daarna voor partijen wellicht mogelijk was om een schikking te bereiken. Nadat de procedure daarvoor vervolgens ruim een maand is aangehouden, hebben partijen de rechtbank om vonnis gevraagd.
2.12.
De rechtbank is van oordeel dat [gedaagde] in strijd met de goede procesorde heeft gehandeld door zich pas tijdens de zitting inhoudelijk te verweren tegen de ingestelde vorderingen. Honorering van deze procestactiek zou betekenen dat de rechtbank, in het kader van hoor en wederhoor, Super . Natural de gelegenheid zou moeten geven een nadere conclusie te nemen, waarop [gedaagde] weer zou moeten kunnen reageren. Het mag niet van Super . Natural worden verlangd dat zij op de zitting reageert op stellingen die [gedaagde] pas tijdens de zitting voor het eerst inneemt. Super . Natural heeft zich verzet tegen een nadere stukkenwisseling, en een dergelijke gang van zaken is niet in overeenstemming met de procesorde zoals bepaald in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Deze procesorde voorziet erin dat partijen hun stellingen opnemen in de dagvaarding en in de conclusie van antwoord, waarna een mondelinge behandeling zal plaatsvinden waarbij de stellingen kunnen worden toegelicht en nader kunnen worden onderbouwd.
Een en ander betekent dat de rechtbank de vorderingen van Super . Natural zal beoordelen zonder daarbij rekening te houden met het inhoudelijke verweer van [gedaagde] tijdens de mondelinge behandeling.
Inhoudelijke beoordeling vorderingen Super . Natural
2.13.
Super . Natural stelt dat [gedaagde] facturen heeft verstuurd aan Bever Sport, terwijl Super . Natural zelf de facturen wilde versturen en dat dat ook de afspraak was tussen Super . Natural en IWA . Weliswaar waren de goederen, anders dan inmiddels de afspraak was, door Super . Natural naar IWA gebracht, maar dat was alleen omdat IWA nog twee partijen waarop Bever Sport met spoed zat te wachten zou labelen. Het was zeker niet de bedoeling van Super . Natural dat IWA vervolgens de goederen ook aan Bever Sport zou factureren. Vervolgens heeft [gedaagde] , na het sturen van de facturen, ook nog persoonlijk bij Bever Sport aangedrongen op een snelle betaling. Nadat Bever Sport had betaald, heeft IWA de gelden gehouden en niet aan Super . Natural betaald.
2.14.
Op basis van de door Super . Natural gestelde feiten komt de rechtbank tot het oordeel dat [gedaagde] in ieder geval voor wat betreft de facturen uit 2018 van € 45.244,45 en van € 32.274,43 onrechtmatig heeft gehandeld jegens Super . Natural . IWA heeft immers bewust, tegen de gemaakte afspraken in, zelf substantiële bedragen aan Bever Sport gefactureerd voor goederen die zij zelf niet aan Bever Sport heeft geleverd. Vervolgens heeft IWA het door Bever Sport betaalde bedrag zelf gehouden. [gedaagde] heeft deze handelingen namens IWA verricht en daarmee in strijd met de contractuele afspraken van IWA met Super . Natural gehandeld. De rechtbank is van oordeel dat de gedragingen zodanig zijn dat [gedaagde] hiervan een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt. Hij heeft met zijn handelen immers Super . Natural bewust benadeeld.
2.15.
Een en ander betekent dat [gedaagde] persoonlijk aansprakelijk is voor de door IWA ten onrechte aan Bever Sport gefactureerde bedragen. De rechtbank zal hem veroordelen om deze bedragen aan Super . Natural te betalen.
2.16.
Voor wat betreft de niet door Bever Sport betaalde factuur uit 2017 van € 19.990,69 komt de rechtbank tot hetzelfde oordeel. Doordat [gedaagde] de stellingen van Super . Natural op dit punt niet heeft weersproken, is tussen partijen komen vast te staan dat Super . Natural goederen naar het kantoor (magazijn) van IWA heeft gebracht, dat de goederen er niet meer zijn, dat het om een kleine ruimte gaat en dat die goederen niet in het ongerede kunnen zijn geraakt. Super . Natural heeft gesteld dat [gedaagde] de betreffende goederen heeft verduisterd. Ook deze stelling heeft [gedaagde] in de conclusie van antwoord niet weersproken. Tijdens de mondelinge behandeling heeft hij erkend dat IWA de betreffende spullen is kwijtgeraakt.
Een en ander rechtvaardigt het oordeel dat sprake is van persoonlijk ernstig verwijtbaar handelen door [gedaagde] . De rechtbank zal [gedaagde] dan ook veroordelen het bedrag van deze factuur aan Super . Natural te betalen.
Buitengerechtelijke incassokosten en rente
2.17.
Super . Natural vordert nog een bedrag van € 1.750 aan buitengerechtelijke incassokosten. Dit gedeelte van de vordering van Super . Natural heeft [gedaagde] niet weersproken, en deze vordering komt de rechtbank ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat de rechtbank deze zal toewijzen.
2.18.
Super . Natural heeft de wettelijke handelsrente gevorderd primair naar Duits recht en subsidiair naar Nederlands recht, althans de wettelijke rente. Super . Natural heeft de rente gevorderd vanaf 26 november 2018 voor wat betreft de facturen uit 2018 van € 45.244,45 en van € 32.274,43 en vanaf 30 december 2017 voor wat betreft de factuur van € 19.990,69. Super . Natural heeft niet toegelicht waarom Duits recht op de vordering tot het betalen van rente van toepassing is, zodat de rechtbank hieraan voorbijgaat. Voorts betreft de vordering jegens [gedaagde] een vordering tot het betalen van schadevergoeding. Daarover is de wettelijke rente verschuldigd. [gedaagde] heeft op dit punt geen verweer gevoerd en ook overigens verzet zich niets tegen toewijzing van de vordering tot het betalen van de wettelijke rente, zodat deze zal worden toegewezen.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
2.19.
Super . Natural heeft gevorderd het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. [gedaagde] heeft hiertegen het volgende verweer gevoerd. [gedaagde] zal van een toewijzend vonnis in hoger beroep komen en executie van een toewijzend vonnis zal zonder meer leiden tot verhaalsproblemen bij het in Zwitserland gevestigde Super.Natural Subsidiair vordert [gedaagde] dat aan een uitvoerbaarverklaring bij voorraad op de voet van artikel 233 lid 3 Rv de voorwaarde wordt verbonden dat door Super . Natural tot een door de rechtbank te bepalen bedrag zekerheid wordt gesteld.
2.20.
Bij de beoordeling van het verweer van [gedaagde] moeten de belangen van partijen worden afgewogen in het licht van de omstandigheden van het geval. Super . Natural wordt vermoed belang bij uitvoerbaarverklaring bij voorraad te hebben, aangezien haar vorderingen tot betaling van een geldsom worden toegewezen. Een daartegenover gesteld restitutierisico moet geconcretiseerd worden en mogelijk ingrijpende gevolgen van de executie, die moeilijk ongedaan gemaakt kunnen worden, staan op zichzelf niet in de weg aan uitvoerbaarverklaring bij voorraad, maar moeten (slechts) meegewogen worden. [gedaagde] heeft nagelaten dit restitutierisico op enige wijze te concretiseren. Immers, de omstandigheid dat Super . Natural in Zwitserland is gevestigd betekent niet dat dit automatisch tot verhaalsproblemen zal leiden.
2.21.
Het door [gedaagde] gestelde maar overigens niet feitelijk onderbouwde restitutierisico is dan ook onvoldoende aanleiding om zekerheid op te leggen als bedoeld in artikel 223 lid 3 Rv. De rechtbank zal de veroordelingen daarom uitvoerbaar bij voorraad verklaren en Super . Natural niet verplichten om zekerheid te stellen.
Proceskosten
2.22.
[gedaagde] wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten. Deze worden tot vandaag aan de zijde van Super . Natural begroot op een bedrag van € 103,83 voor kosten deurwaarder, € 2.076 voor griffierecht en € 3.540 voor salaris advocaat (2 punten à € 1.770, tarief V), totaal een bedrag van € 5.719,83.
2.23.
Voor veroordeling in de nakosten bestaat geen grond, nu de kostenveroordeling ook voor deze nakosten een executoriale titel oplevert (vergelijk HR 19 maart 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL1116, NJ 2011/237). De rechtbank heeft, zoals gevorderd, de nakosten begroot in overeenstemming met het daarop toepasselijke liquidatietarief.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Super . Natural van een bedrag van € 19.990,69 te vermeerderen met de wettelijke rente op grond van artikel 6:119 BW vanaf 30 december 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Super . Natural van een bedrag van € 45.244,45 te vermeerderen met de wettelijke rente op grond van artikel 6:119 BW vanaf 26 november 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
3.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Super . Natural van een bedrag van € 32.274,43 te vermeerderen met de wettelijke rente op grond van artikel 6:119 BW vanaf 26 november 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
3.4.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 1.750, te vermeerderen met de wettelijke rente op grond van artikel 6:119 BW vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
3.5.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Super . Natural tot op heden begroot op € 5.719,83 en op € 163,- aan nog te maken nakosten, te vermeerderen met € 85,- in geval van betekening;
3.6.
verklaart de veroordelingen onder 3.1. tot en met 3.5. uitvoerbaar bij voorraad;
3.7.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.C. Bordes en in het openbaar uitgesproken op 23 november 2022. [1]

Voetnoten

1.type: 1958