Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam 1], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Bundesambt für Migration und Flüchtelingevan 20 februari 2018 en zijn Duitse verblijfsdocument overgelegd. Eiser heeft reeds in bezwaar een verklaring gegeven voor het feit dat hij zijn personalia verschillen op deze documenten. Verder heeft eiser in beroep een identiteitsverklaring en een verklaring van de Afghaanse autoriteiten overgelegd waarin staat dat aan eiser geen paspoort kan worden verstrekt. Gelet op alle documenten en eisers verklaringen, moet worden geconcludeerd dat eiser zijn identiteit en nationaliteit aannemelijk heeft gemaakt. Daarnaast heeft verweerder ten onrechte niet bij de beoordeling betrokken dat eiser middels DNA-onderzoek heeft aangetoond dat hij de biologische vader is van de kinderen. Ook heeft verweerder in strijd met het informatiebericht 2022/22 gehandeld. Verder heeft verweerder ten onrechte geen onderzoek verricht naar eventuele negatieve gevolgen voor de kinderen als zij gescheiden zouden worden van eiser. Tot slot heeft verweerder onvoldoende gemotiveerd waarom geen aanleiding wordt gezien om gebruik te maken van de bevoegdheid om een verblijfsvergunning op grond van artikel 8 van het EVRM [3] te verlenen.
Beslissing
duizendvijfhonderdachttien euro).